De stadsboswachter van Staatsbosbeheer heeft in korte tijd een nieuw type functie neergezet: een brug tussen natuurbeheer en stedelijk leven. Het idee klinkt eenvoudig: een boswachter die niet in het bos wacht tot iemand langskomt, maar de stad ingaat om mensen het groen te laten ontdekken. Toch blijkt juist die verschuiving van buiten naar binnen, van natuur naar mens, buitengewoon effectief.
| Onderstaand artikel is ingekort en stond eerder in het vakblad Groen, de oktober editie. Interesse in de volledige versie en geïnteresseerd in een abonnement op Groen? Dat kan! |
Na twee jaar experimenteren in Utrecht, Dordrecht, Almere en Lelystad blijkt het concept een succes. De “stadsboswachter” bereikt bewoners die anders niet of nauwelijks in aanraking komen met natuur, maakt de maatschappelijke waarde van stadsranden zichtbaar en verbindt beleid met beleving. Uit de Eindrapportage Stadsboswachters 2024 blijkt dat gemeenten de rol inmiddels als onmisbaar beschouwen.
Het programma startte in 2023 op initiatief van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij, dat 300.000 euro beschikbaar stelde om te onderzoeken hoe natuurbeheer beter kan aansluiten bij stedelijke opgaven. Staatsbosbeheer stelde in vier steden een stadsboswachter aan, elk met een eigen werkgebied en aanpak.
Volgens Staatsbosbeheer richt de stadsboswachter zich niet alleen op natuurbeheer, maar vooral op mensen. Hij of zij kent de wijken, werkt samen met scholen, zorginstellingen en sportclubs, en weet wat er leeft. Daarmee wordt de afstand tussen stad en natuur letterlijk kleiner. De stadsboswachter organiseert excursies, schoolprojecten, sportieve activiteiten, lichtjeswandelingen en buurtbijeenkomsten.

Over de brug-festival
In Utrecht richt de stadsboswachter zich op de noordelijke stadsranden, zoals het Gagelbos en Ruigenhoek. De samenwerking met huisartsen en welzijnsorganisaties is daar opvallend sterk. Zo zijn er wandelgroepen voor mensen met stress- of overgewichtklachten, waarbij bewegen en natuurbeleving samengaan. De stadsboswachter helpt ook bij de uitwerking van het Groenplatform Overvecht, waar bewoners meedenken over beheer en inrichting van groenstroken.
‘Veel mensen bleken niet te weten dat er op 5 minuten fietsen een bos ligt’, vertelt de Utrechtse stadsboswachter in de rapportage. ‘Nu zie ik dezelfde mensen terug tijdens onze activiteiten – mét hun kinderen of buren.’
Stadspark Dordtse Biesbosch
In Dordrecht ligt de focus op De Staart, het deel van de stad dat grenst aan Nationaal Park De Biesbosch. Daar is de stadsboswachter betrokken bij de ontwikkeling van het Stadspark Dordtse Biesbosch, waarin natuur, wonen en recreatie samenkomen. Met bewoners en scholen worden natuurwerkdagen, boomplantacties en ontdektochten georganiseerd.
Volgens de gemeente heeft dat merkbaar effect: de samenwerking tussen natuurorganisaties, bewoners en bedrijven verloopt soepeler en initiatieven ontstaan spontaner. Een wijkcentrum dat eerder vooral sportlessen organiseerde, biedt nu ook buitenactiviteiten aan onder begeleiding van de stadsboswachter.
Almeerse ‘Boskamers’
In Almere is de stadsboswachter nauw betrokken bij het experiment Boskamers in het Almeerderhout. Bewoners konden daar zelf aangeven hoe ze hun bosdeel wilden gebruiken – als ontmoetingsplek, speelbos of stiltegebied. De stadsboswachter begeleidde het proces, hielp bij vergunningen en verzorgde de communicatie met Staatsbosbeheer.
Daarnaast werkt Almere samen met lokale sportclubs en scholen om buitenonderwijs te integreren in de wijk. De stadsboswachter speelt daarin een coördinerende rol en koppelt onderwijsdoelen aan natuureducatie.
Zuigerplasbos, Lelystad
In Lelystad is het Zuigerplasbos een belangrijke uitvalsbasis. Door open dagen, picknicks en wandelroutes met wijkorganisaties groeide het aantal bezoekers aanzienlijk. Ook in Lelystad werkt de stadsboswachter samen met zorgorganisaties en scholen. Een project met een buurtzorgteam, gericht op eenzaamheid, bracht bewoners samen in wekelijkse wandelingen. ‘De gesprekken onderweg zijn minstens zo waardevol als de natuur zelf’, vertelt de stadsboswachter in het rapport.
De gemeente ziet de aanpak inmiddels als structurele aanvulling op het sociaal beleid. De stadsboswachter is opgenomen in overleggen over leefbaarheid en gezondheid.
Nieuwe doelgroepen
Wat alle steden gemeen hebben, is dat de stadsboswachter nieuwe doelgroepen bereikt. Klassieke natuurcommunicatie – excursies, lezingen – trekt vooral mensen die al affiniteit met natuur hebben. De stadsboswachter gaat naar de mensen toe, spreekt hun taal en sluit aan bij hun leefwereld. Meerdere stadsboswachters beschrijven dat veel stedelingen niet beseffen hoe dichtbij natuur eigenlijk is, totdat ze er actief mee in aanraking komen.
Binnen Staatsbosbeheer markeert de functie ook een cultuurverandering. Waar het beheer van natuurgebieden traditioneel centraal stond, komt nu de maatschappelijke waarde nadrukkelijker in beeld. De stadsboswachter is niet alleen een voorlichter, maar ook verbinder, programmamaker en adviseur. De functie vraagt om vaardigheden buiten het traditionele natuurbeheer: netwerken, communicatie, participatie en gebiedsontwikkeling. De rapportage pleit daarom voor structurele financiering en opleiding van nieuwe stadsboswachters. ‘Het werk is intensief en domeinoverstijgend,’ concludeert Staatsbosbeheer, ‘maar de maatschappelijke impact is groot.’
Meerwaarde
In Almere en Dordrecht leiden de initiatieven tot nieuw beleid rond participatief beheer. De stadsboswachter wordt genoemd in gemeentelijke beleidsplannen en fungeert als aanspreekpunt voor bewonersinitiatieven. Ook landelijk is belangstelling ontstaan. Staatsbosbeheer verkent samen met LNV uitbreiding naar steden als Den Haag, Delft en Metropoolregio Amsterdam. In februari 2026 organiseert de organisatie een landelijke kennisdag om ervaringen uit te wisselen.