Natuur moet structureel worden gewaardeerd als economisch en als publiek groen. Dat zegt ecosysteem-deskundige en “natuurtaxateur” Vince van ’t Hoff tijdens de Nationale Groendag. ‘Maak groen een gevestigd belang.’ Het is ook mogelijk, aldus de ecoloog. Hij verwees naar casussen in Eindhoven en in de gaststad van het evenement, de gemeente Groningen.
‘Natuur levert ons dagelijks diensten waar we niet voor betalen. Ze is onze onbetaalde medewerker’, stelde Van ’t Hoff, werkzaam bij de Foundation for Sustainable Development (FSD) tijdens zijn keynote. ‘Wat als we natuur echt op de balans zetten?’, vroeg hij retorisch.
FSD werkt met de Ecosystem Services Valuation Database (ESVD), een tool die de baten van natuur in geld uitdrukt en zo natuur onderdeel laat uitmaken van kosten-batenanalyses, ruimtelijke plannen en verdienmodellen. ‘Iedereen spreekt de taal van geld. Door natuur financieel tastbaar te maken, krijgt ze een plek aan tafel.’
Een voorbeeld van deze aanpak is het Wielewaal-project in Eindhoven, waar in samenwerking met CBS en RIVM de maatschappelijke waarde van een natuurgebied op ruim 3,8 miljoen euro per jaar werd vastgesteld. Met name de vermeden gezondheidskosten gaven het college argumentatie om de investering te doen. ‘Door natuur publiek te maken, steeg ook de waarde van het groen’, aldus Van ’t Hoff.
Ook in Groningen kent hij een voorbeeld, namelijk het bevaarbaar maken van het Leeksterhoofddiep. Met een natuurinclusieve ingreep stijgen de waarde van huizen, is waterbergingscapaciteit toegenomen, dempen bomen omgevingsgeluid en worden schadelijke stoffen afgevangen.
Mens als deelnemer
Het huidige economische systeem staat onvoldoende toe dat groene baten als belangrijk worden gezien in financiële modellen, vindt ook spreker en lector Kees Klomp in de plenaire afsluiting.
De relatie van mens tot natuur is verstoord, zegt hij. ‘We gedragen ons nu superieure soort. We bewegen nu naar de mens als rentmeester, maar we moeten eigenlijk meer een partner of deelnemer van de natuur zijn.’
Overheden moeten bijvoorbeeld een incentive geven aan bedrijven om hun winst niet alleen in harde euro’s uit te drukken, maar bijvoorbeeld ook hun biodiversiteitswinst te rapporteren. ‘De natuur staat niet los van ons, ons hele denken en onze economie moet op de schop.’
Ontwerpleidraad Groningen
Dat gedachtegoed sluit aan bij de werkwijze van gaststad Groningen. De gemeente werkt sinds 2016 met een leidraad voor de inrichting van de openbare ruimte. Die koppelt tien ruimtelijke dimensies (thema’s) aan elke ontwikkeling, waaronder groen, blauw, bereikbaarheid en identiteit.
‘De transitie naar een stad van nabijheid begint op straatniveau’, aldus betrokken stadsbouwmeester Michiel van Driessche. De aanpak keert het traditionele proces om: van micro naar macro, in plaats van andersom. Dat heeft als voordeel dat de mobiliteit minder dominant is bij inrichtingsprocessen. De leidraad is opgenomen in het coalitieakkoord en werd als een van de eerste plekken toegepast in de Schildersbuurt.
Volgens beleidsadviseur Anne Geertje Bouman zorgt de leidraad voor samenhang in ruimtelijke keuzes. ‘We moeten prioriteren in de beperkte ruimte. Dat vraagt om afstemming binnen en buiten de organisatie, maar het maakt de kwaliteit zichtbaar.’ Bewonersparticipatie speelt daarbij een belangrijke rol: ‘Het plaatsen van een stadsbankje betekent nog niet dat er ontmoeting ontstaat. De buurt weet zelf wat werkt.’
De leidraad zorgt er ook voor dat de gemeente werkzaamheden en ambities op een langere termijn kan spreiden: ‘Voor elke straat kijken we wat het nu is, wat het binnenkort wordt, en welke stappen erna volgen’, legt Van Driessche uit.
De Groningse werkwijze operationaliseert precies wat Van ’t Hoff bepleit: vergroening structureel meenemen in beleid en ontwerp. Niet als extraatje, maar als volwaardig onderdeel van de stedelijke inrichting. ‘Laat in projecten zien dat groen waarde heeft. Dan wordt het vanzelf een gevestigd belang.’
Tien jaar Stichting Steenbreek
De Nationale Groendag stond dit jaar in het teken van tien jaar Stichting Steenbreek, de landelijke kennis- en netwerkorganisatie die ondersteuning biedt bij het duurzaam vergroenen van onze leefomgeving.
Voorzitter Wout Veldstra, een van de eerste vijf stadsecologen in Nederland, sloot de Nationale Groendag af met een persoonlijke reflectie op de afgelopen tien jaar: ‘Van tevoren hadden we bedacht: dit moet een feestje worden, een positieve dag. Gelukkig is dat ook gelukt.’
Als ecoloog en voormalig milieukundige vocht hij jarenlang tegen de gevestigde belangen van economie en bedrijfsleven. Daar komt verandering in, zegt hij. ‘Er ontstaat een integraal verhaal, waarin ecologie en economie samenkomen. Dat maakt me oprecht gelukkig.’
Veldstra pleit voor een sterkere positie van Steenbreek voor meer klimaatadaptatie-actie. ‘Op een gegeven moment moet het uitvoerbaar worden. Ik zie overheden steeds verder van de praktijk afdrijven, waardoor stichtingen als Steenbreek juist belangrijker worden.’
Volgens hem ligt de toekomst bij partijen die weten hoe het werkt, zoals een gemeente Groningen. ‘Daar snappen ze het. In politiek Den Haag niet. Daarom zie ik het als mijn opdracht om Steenbreek verder te professionaliseren, zodat we klaar zijn om de uitvoering zelf op ons te nemen.’