RIVM: Structurele financiering is bottleneck gezonde stad

Leestijd: 3 minuten

De onzekerheid over toekomstige financiering zet de samenwerking tussen gemeenten, GGD’en en zorgorganisaties onder druk. Daardoor blijven preventieve en vernieuwende initiatieven in het sociaal domein liggen, blijkt uit een recent RIVM-rapport. ‘Zonder duidelijkheid over geld kun je geen continuïteit bieden.’ 

Gemeenten, GGD’en en zorgverzekeraars signaleren in de monitor van het Gezond en Actief Leven Akkoord 2025 dat dezelfde knelpunten blijven bestaan als in eerdere jaren. De belangrijkste daarvan: het structurele gebrek aan financiering. 

Daardoor is het onduidelijk of ketenaanpakken en lokale programma’s kunnen doorgaan. Samenwerking wordt risicovol, en plannen blijven op de plank liggen. Gemeenten worstelen hiermee, stelt het RIVM. 

‘Zodra de financiering ophoudt, valt de samenwerking stil’, zegt een van de respondenten in het rapport.  

Volgens het onderzoeksinstituut voor publieke gezondheid zet die onzekerheid bestaande netwerken onder druk en voorkomt het de opbouw van langetermijnstructuren.  

Een meerjarige, stabiele financieringsstructuur is essentieel voor een effectieve aanpak van gezondheidsachterstanden. Bundeling van geldstromen, bijvoorbeeld via het preventieakkoord of SPUK-regelingen (SPeciale UitKering), kan daarbij helpen.  

Hoe het wél lukt

Dit voorjaar publiceerde het RIVM de brochure ‘Samen bouwen aan een gezonde leefomgeving, zo lukt het wél om financiering te vinden’. Het schetst succesfactoren en geeft praktijkvoorbeelden van waar het wel lukt om (soms structureel) financiering rond te krijgen.

De brochure is gebaseerd op inzichten uit veertien gesprekken tussen het RIVM, gemeenten, provincies, woningcorporaties en andere betrokken partijen.

Signalen uit bestuur en verzekeraars 

Staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, Preventie en Sport) waarschuwde onlangs in een Kamerbrief dat de uitvoering van GALA dreigt te stranden door bestuurlijke onduidelijkheid over de taakverdeling tussen gemeenten en zorgverzekeraars.  

‘Om de beweging van GALA verder te brengen, gaat het helpen wanneer duidelijkheid komt over waar gemeenten en zorgverzekeraars elkaar precies op kunnen aanspreken’, aldus de staatssecretaris.  

In een separate Kamerbrief in juni presenteerde hij een nieuwe samenhangende preventiestrategie. Daarin pleit hij voor heldere afspraken en gedeeld eigenaarschap van preventiedoelen.  

Zorgverzekeraars signaleren het gebrek aan structurele financiering, maar hun rol als financier blijft beperkt. In veel regio’s blijft hun bijdrage steken bij deelname aan overlegtafels, terwijl gemeenten de uitvoering dragen. 

Regionaal proberen overheid en verzekeraars het tij te keren. In diverse regio’s zijn gezamenlijke regioplannen ontwikkeld binnen GALA en het Integraal Zorgakkoord. Zo werken gemeenten en zorgverzekeraars samen aan ketenaanpakken zoals valpreventie.  

In regio’s zoals Groningen zijn in regionale plannen afspraken gemaakt over gezamenlijke organisatie, monitoring en uitvoering van programma’s, inclusief gedeelde verantwoordelijkheid. 

Preventie vereist consistentie 

Preventieve maatregelen vragen om consistent beleid en inzet over meerdere jaren. Zonder structurele bekostiging is het lastig om mensen en middelen in te zetten. Gemeenten verliezen expertise, partners raken het vertrouwen kwijt, en samenwerking wordt afhankelijk van incidentele subsidies. 

‘Je kunt geen langdurige betrokkenheid van professionals vragen als je geen duidelijkheid hebt over volgend jaar’, stelt een betrokken beleidsadviseur. 

Activiteiten onder druk 

Door het ontbreken van structurele financiering blijven meerdere initiatieven achterwege. De GALA-monitor noemt onder meer valpreventieprogramma’s voor ouderen, via waar bewustwording over de inrichting van de openbare ruimte wordt vergroot bij ontwerpers en beleidsmakers. 

Ook kan worden gedacht aan het aanleggen van beweegvriendelijke infrastructuur, het vergroenen van schoolpleinen of het creëren van gezonde routes in wijken.  

Deze initiatieven vragen om langdurige samenwerking tussen het fysieke en sociale domein, precies waar ook de Omgevingswet op inzet. 

Zonder financiële continuïteit stokt die domeinoverstijgende samenwerking, stelt het RIVM. Gemeenten missen vaak middelen voor procesregie, uitvoering en monitoring, waardoor integrale projecten blijven hangen in de planfase. 

De gevolgen voor de samenwerking zijn groot. Lokale netwerken vallen stil of worden afhankelijk van een klein aantal kartrekkers. Partners trekken zich terug of nemen een afwachtende houding aan. Innovatieve projecten worden niet opgeschaald of zelfs helemaal niet gestart.