Handboek Rotterdamse Stijl vergroot aandacht voor transities en klimaat

Beeld van het vernieuwde Hofplein Rotterdam.
Leestijd: 5 minuten

Klimaatverandering en de mobiliteits- en energietransitie in combinatie met een steeds drukkere Maasstad, gaven aanleiding voor een update van het handboek Rotterdamse Stijl. ‘De urgentie van het houden van droge voeten in natte periodes of het hebben van voldoende water in droge periodes speelden voorheen nog geen hoofdrol in het ontwerp.’

Onderstaand artikel stond in volledige versie in het vakblad Stedelijk Interieur, de congreseditie met als thema ‘water als kans’. Benieuwd naar het hele artikel of interesse in een abonnement? Klik hier voor meer informatie.

Rotterdam heeft een update van het handboek gemaakt voor de inrichting van de openbare ruimte. Het Handboek Rotterdamse Stijl 2.0. Bij de gemeente wordt het handboek gezien als onmisbare leidraad voor het esthetisch, veilig en beheerbaar inrichten van straten, pleinen en parken in de stad. 

Met het handboek willen de ontwerpers en beheerders van de gemeente het unieke karakter van de stad benadrukken. Maar ook externe partijen, zoals stadmakers, ontwikkelaars, waterschappen, havenbedrijf en het openbaarvervoerbedrijf RET, meenemen in hun aanpak.

‘We willen dat de stad goed past bij de wensen en noden van nu en de toekomst. Ons handboek de Rotterdamse Stijl zorgt voor een fijne en groene omgeving voor iedereen in Rotterdam. Ongeacht of je nu aan een grote boulevard woont of in een smalle stadstraat’, zegt Sander Klaassen, expert landschapsarchitectuur en één van de auteurs van het handboek. Het oude handboek dateerde uit 2008. 

In het hernieuwde handboek spelen thema’s die in de vorige editie nog geen rol speelde: de mobiliteits- en energietransitie, hittestress en waterretentie. Ook is er meer aandacht voor de groei van Rotterdam in inwoners en evenementen.

‘Daar moeten wij als ontwerpers, beheerders en projectleiders wat mee. Daarom moet de openbare ruimte anders worden ingericht. Het geupdate Handboek Rotterdamse Stijl helpt ons daarbij’, aldus Klaassen.

Robuuste en gezonde stad

Rotterdam wil met het nieuwe handboek drie doelen bereiken, gebaseerd op de Visie Openbare Ruimte. Allereerst moet de stad groener en duurzamer worden. Klaassen: ‘Cruciaal is dat we de groene openbare ruimten zoveel mogelijk met elkaar verbinden wat een belangrijke voorwaarde is voor biodiverse, ecologisch robuuste en daarmee gezonde stad.’

Dus besteden de ontwerpers extra aandacht aan hoe plekken eruit moeten zien waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, kunnen sporten en veilig kunnen wandelen en fietsen. Tot slot komt er in de openbare ruimte steeds meer aandacht voor de fiets en de voetganger. Dat vraagt om een balans tussen de modaliteiten, in de straten, meer openbaar vervoer en veilige oversteekplaatsen. De richtlijnen en ontwerpprincipes in het handboek zijn hiervoor onmisbaar. 

De opgave is om te zorgen voor een prettige, toegankelijke stad. Een ontwerpprincipe voor mobiliteit in een veilige en aantrekkelijke openbare ruimte is dat we deelmobiliteit (scooters, fietsen) geordend willen aanbieden in de stad en veilig worden ingepast. Een ander principe is dat investeringen in verkeersveiligheid en het groener en aantrekkelijker maken van de openbare ruimte altijd integraal worden afgewogen. De ontwerpprincipes moeten gezien worden als de manier waarop we de ontwerpopgaven benaderen vanuit bijvoorbeeld mobiliteit, toegankelijkheid of circulariteit.

Adviescommissie

Gelijktijdig met de Rotterdamse stijl is de adviescommissie openbare ruimte (de ACOR) opgericht. De leden zijn allen gemeentelijke collega’s: beheerders, ontwerpers, mobiliteitsexperts, collega’s van de afdeling inkoop.  In het actueel houden van de Rotterdamse Stijl speelt de ACOR dus een rol om nieuwe ontwikkelingen al dan niet op te nemen in de Rotterdamse stijl.

Helder van opzet

Klaassen: ‘Het nieuwe handboek is helder van opzet, makkelijk digitaal (ARCGIS) te raadplegen en voorzien van veel beeldmateriaal. Foto’s geven inzicht in de typen openbare ruimte die de stad rijk is en die we willen behouden en versterken. De bouwstenen, de maatregelen die we voor ons zien in de openbare ruimte, hebben we vertaald in heldere kleurrijke icoontjes die zijn toegelicht. 

Ze zijn ook toegepast in de profielen van de verschillende type straten die we onderscheiden. Door middel van de icoontjes worden allerlei handreikingen gedaan aan de ontwerpers en de participanten in de ontwerpprocessen om tot goede ontwerpen te komen’.   

Het Handboek Rotterdamse Stijl wordt breed gedragen binnen de gemeente. In de praktijk zijn het vooral de clusters Stadsontwikkeling en Stadsbeheer die ermee werken. In participatieprocessen met bewoners licht de gemeente de uitgangspunten van de Rotterdamse Stijl altijd toe, zodat belanghebbenden weten wat de richtlijnen betekenen voor het planproces en welke inspraak zij hebben. 

Het handboek werkt op drie verschillende niveaus. Als eerste wordt de stad ingedeeld in gebieden, zoals de binnenstad, stedelijke wijken, groenstedelijke wijken en buitendijks. Daarnaast lijnen, dit zijn de wegen, met de welbekende boulevards van Rotterdam, maar ook lanen, parkenwegen en de profielen langs de rivier. Tot slot zijn er de plekken, zoals pleinen en parken, waar mensen samenkomen. Deze plekken worden door de lijnen met elkaar verbonden. 

‘Voor de verschillende typen lijnen hebben we principeprofielen ontwikkeld die aan de basis staan voor de ontwerpopgaven van de lijnen. Hierbij gaat het om de vaste waarden in de profielen, waaronder de typologie met bijvoorbeeld de locatie van de bomen, of de obstakelvrije loopruimte voor de voetganger. Het profiel voor een stadsboulevard ziet er in de basis anders uit dan bijvoorbeeld die van een laan of een stadsstraat’, aldus Klaassen.

‘We hebben er bewust voor gekozen om flexibele ruimte te duiden in de principeprofielen. Deze ruimte kan voor de verschillende transities ingezet worden, bijvoorbeeld voor het vergroenen, het voorzien in waterberging voor infiltratie of voor de mobiliteitstransitie. Afhankelijk wat de transities vragen van de stad’, legt Klaassen uit.

Handboek 3.0

De gemeente verwacht nu al dat de Rotterdamse Stijl 2.0 verder zal evolueren naar een 3.0  versie om tegemoet te komen aan toekomstige uitdagingen, zoals circulariteit en de energietransitie. Op het moment dat de opgaven die voortkomen uit de transitiethema’s verder worden uitgewerkt, kunnen deze weer worden verwerkt in het handboek. Zo is het handboek een levend document. 

De Rotterdamse Stijl 2.0 geeft al goed inzicht in veel van de ruimteclaims die de transities vragen en agendeert tevens de thema’s waar we nog minder van weten. ‘We vroegen ons af: Is het nog wel zo verstandig om nieuw materiaal toe te passen voor een eenduidige stad als we circulair willen zijn? In zekere zin zijn we dus ook een soort trendwatchers. We kijken naar de toekomst en proberen daar zo goed mogelijk op in te spelen’, aldus Klaasen. Op het moment dat thema’s verder uitgewerkt worden, zal de Rotterdamse Stijl worden aangepast.