In het nieuwe Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord is een regierol weggelegd voor gemeenten. Zij moeten de regie nemen in het vormgeven van een gezonde fysieke leefomgeving in de wijk. Die wordt gezien als startpunt voor gezondheid, met ruimte voor onder meer gezondheidspleinen.
Het akkoord legt daarmee een fundament onder gebiedsgerichte samenwerking tussen zorg, sociaal domein en ruimtelijke ordening. Zowel beleidsmakers als gebiedsontwikkelaars, landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen moeten nadrukkelijker met gezondheid aan de slag.
In het akkoord dat het ministerie van VWS 3 juli sloot met zorgaanbieders, verzekeraars en de VNG staat dat ‘goede zorg in de wijk begint’. Demissionair minister Conny Helder (Langdurige Zorg en Sport) noemt de inzet op preventie en nabijheid van zorg cruciaal.
‘Met dit akkoord zetten we een volgende stap in de verschuiving van zorg naar gezondheid. De wijk moet de plek zijn waar mensen zich geholpen, gezien en gezond voelen – voordat een zorgvraag ontstaat.’
De nadruk op gezondheid in plaats van ziekte is niet nieuw, maar het akkoord maakt de vertaalslag naar de fysieke leefomgeving concreter dan voorheen. Voorheen ging het rondom preventie vooral over zaken als het aanpakken van roken of meer voorlichting.
Gezondheidspleinen en buurtkamers
Gemeenten en zorgpartijen krijgen structureel bijna 400 miljoen euro voor voorzieningen op het snijvlak van het sociaal, verpleegkundig en medisch domein. In elke regio moeten Integrale Gezinspoli’s komen voor kwetsbare (aanstaande) gezinnen, net als steunpunten voor mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen.
Ook komen er afspraken tussen huisartsen en het sociaal domein over de opvang van mensen met psychosociale klachten.
Deze initiatieven vragen om fysieke ruimte en passende locaties in de wijk. Denk aan gezondheidspleinen, buurtkamers of gecombineerde zorg- en welzijnsvoorzieningen. Gemeenten krijgen hierin een regierol.
Volgens VNG-voorzitter Sharon Dijksma onderstreept het akkoord de rol van gemeenten als verbindende schakel. ‘Een gezonde leefomgeving is geen luxe, maar noodzaak. We kunnen alleen volhouden als we het sociale en fysieke domein sterker aan elkaar knopen.’
Openbare ruimte als gezondheidspartner
Het akkoord koppelt gezondheid nadrukkelijk aan de leefomgeving. Beweging, sociaal contact, mentale gezondheid en zelfredzaamheid worden mede bepaald door de inrichting van de wijk. Daarmee is de openbare ruimte niet alleen decor, maar ook interventie. ‘Gezondheid begint niet bij de huisarts, maar in de buurt,’ luidt het uitgangspunt.
Dat vraagt om een inrichting die uitnodigt tot ontmoeten en bewegen. De koppeling met GALA en het programma Gezond Stedelijk Leven is relevant: gemeenten kunnen via deze lijnen investeren in gezonde straten, groene routes en beweegvriendelijke buurten.
‘Het is goed dat dit akkoord inzet op gezond leven vóór zorggebruik ‘, zegt Tweede Kamerlid Wieke Paulusma (D66). ‘De wijk als preventieve kracht verdient veel meer aandacht, ook in ruimtelijk beleid.’
Gemeente in de lead
De VNG is medeondertekenaar van het akkoord. Dat maakt gemeenten niet alleen uitvoerder, maar ook systeempartner. Ze zijn verantwoordelijk voor ruimtelijke inpassing van voorzieningen, samenwerking met huisartsen en ggz, en voor het creëren van een gezonde leefomgeving.
De komende maanden worden de afspraken uitgewerkt in regionale IZA-agenda’s. Ook start het ministerie van VWS een traject om samen met zorgaanbieders, gemeenten en verzekeraars de randvoorwaarden voor uitvoering te concretiseren.
Volgens het akkoord komt er een eerste bestuurlijk overleg in het najaar, waar de voortgang van monitoring en uitvoering centraal staat. De inzet is om uiterlijk begin 2026 te starten met landelijke implementatie van de meest urgente onderdelen, waaronder de integrale wijkvoorzieningen en de nieuwe indicatieregeling voor wijkverpleegkundigen.