Dordrecht investeert in een robuust, klimaatbestendig stadspark van vier vierkante kilometer. De opgave is fors: versnipperde groengebieden moeten veranderen in een samenhangend landschapspark dat ruimte biedt aan recreatie, biodiversiteit en klimaatadaptatie.
Onderstaand artikel staat in een uitgebreidere versie in het vakblad Stedelijk Interieur. Interesse in meer artikelen zoals hieronder? Vraag hier een proefabonnement aan. |
Met een geplande omvang van vier vierkante kilometer (400 hectare) wordt het Stadspark Dordrecht één van de grootste binnenstedelijke parken van Nederland. Ter vergelijking: het wereldberoemde Central Park in New York is ongeveer 341 hectare, en Hyde Park in Londen meet circa 250 hectare.
‘We bouwen een park dat recht doet aan de schaal van de stad en haar toekomstige groei’, zegt Perry van der Elst programmamanager van het Stadspark. ‘We hebben die ruimte nodig voor water, voor schaduw, voor biodiversiteit, maar ook simpelweg voor ontspanning en ontmoeting.’
Het park strekt zich uit vanaf rivier het Wantij in het noorden via verschillende tegen elkaar grenzende gebieden tot aan de Nieuwe Dordtse Biesbosch in het zuiden. Deze langgerekte structuur maakt het mogelijk om verschillende functies – van natuur tot sport en van recreatie tot waterberging – op een logische manier met elkaar te verbinden. Bovendien creëert deze ligging directe verbindingen met omliggende wijken, waardoor het park echt als groene ruggengraat van de stad kan functioneren.
Opvangen gevolgen klimaatverandering
Door de keuze van Dordrecht om bij de woningbouwopgave binnenstedelijk te verdichten in plaats van uit te breiden buiten de stadsgrenzen, is de noodzaak voor kwalitatieve groene ruimte urgenter dan ooit. ‘Het park is hard nodig,’ stelt Van der Elst, ‘want 100 bomen met een afstand ertussen waardoor de kronen elkaar niet raken, koelen minder dan bijvoorbeeld 50 bomen in een kleiner gebied, maar aaneengesloten.’
De ambitie reikt verder dan alleen vergroening. Het park, waar in totaal 51 miljoen euro is gereserveerd door de gemeente Dordrecht, krijgt een sleutelrol in het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering. Lisa Lieftink, adviseur klimaatadaptatie bij de gemeente Dordrecht: ‘We kijken op verschillende locaties binnen het park naar de mogelijkheid voor extra waterberging. We willen nieuw oppervlaktewater combineren met recreatie en biodiversiteit. Daarmee versterken we het weerstandsvermogen van het gebied.’
Lieftink is projectgroeplid van Stadspark vanuit haar rol als adviseur in het opgaveteam Groenblauwe Stad. Samen met meerdere projectteams werkt ze aan de realisatie van verschillende deelgebieden. ‘Het idee voor het park komt voort uit de groenblauwe opgave van Dordrecht. Er is ooit gezegd: kijk eens door je wimpers naar de stad, dan zie je een groene zone van noord naar zuid. Alleen is die nu nog versnipperd en heeft elk gebied een andere functie. Door die gebieden met elkaar te verbinden, ontstaat een enorme ecologische en recreatieve structuur.’
Van der Elst beaamt: ‘Dat vraagt om integrale keuzes: wel verdichten in de stad, niet in het park waar juist verdichten robuuste natuur wordt ontwikkeld. Het idee is dat je straks vanuit iedere wijk via een groene route het park kunt bereiken,’ aldus Lieftink. ‘Het moet echt een park van en voor de stad worden.’
Kunstgras en hittestress
De integrale aanpak betekent ook dat het park inspeelt op hittestress, wateroverlast en droogte. ‘Er zijn delen van het park die behoren tot het laagste punt van Dordrecht’, zegt Van der Elst. ‘Daar moet je samen met het waterschap goed kijken naar noodmaatregelen bij extreme neerslag. Tegelijkertijd willen we koele plekken maken, met schaduw en beplanting, bijvoorbeeld bij sportvelden.’
De rol van sportcomplexen is opvallend. Vier van de zeven deelprojecten binnen het park betreffen sportparken. ‘Die zijn nu vaak erg versteend’, zegt Van der Elst. ‘Veel asfalt en kunstgras. Maar we willen dat die sportparken de uitstraling en functionaliteit krijgen van een stadspark. Dus ruimte voor bomen, waterdoorlatende verharding, biodiversiteit en recreatief gebruik buiten de sportmomenten.’
Volgens Van der Elst is kunstgras een serieuze uitdaging binnen het ontwerp. ‘Kunstgrasvelden warmen snel op en houden de warmte lang vast. In een steeds warmer wordende stad is dat echt problematisch. Daarom kijken we naar alternatieven, zoals hybride gras, en naar slimme schaduwoplossingen rondom velden. We moeten innoveren om sport te kunnen combineren met klimaatadaptatie.’
Stedelijk Interieur Congres Op het Stedelijk Interieur Congres in Dordrecht kunt u deelnemen aan het Ontwerpatelier binnenstedelijk bouwen én een gezonde leefomgeving: Stadspark Dordrecht. Programmamanager Stadspark Perry van der Elst, Lisa Lieftink, adviseur klimaatadaptatie, Astrid Engelhard landschapsarchitect en Marleen Zantingh projectmanager nemen je mee in de ambities en de uitdagingen van dit project en gaan samen met deelnemers aan de slag over ontwerpen langs het thema Water als kans. Schrijf je hier in voor het SI Congres |
Waterkwaliteit vraagstuk
Het projectteam werkt nauw samen met bewoners, belangengroepen en andere overheden. ‘We gaan met ontwerptekeningen naar buiten, halen tijdens participatiebijeenkomsten input op van bijvoorbeeld Stichting Bomenridders of Stichting Wantij’, zegt Van der Elst. ‘En dan blijkt dat we vaak verrassend goed op één lijn zitten.’
De eerste fysieke werkzaamheden in het park worden tussen 2026 en 2028 verwacht. Van der Elst: ‘We hopen in 2026 met een deelgebied te starten waar al veel draagvlak en ontwerpuitwerking is, en in 2028 aan het laatste gebied te beginnen.’
Naast alle technische en beleidsmatige aspecten benadrukt Lieftink ook de intrinsieke waarde van natuur: ‘We moeten de kracht van natuur niet onderschatten. Als je ruimte geeft aan ecologie en biodiversiteit, dan ontstaat er ook weerstandsvermogen. Dat kunnen we niet alleen met techniek oplossen.’
Het park maakt deel uit van de Agenda Dordrecht 2030. Van der Elst: ‘Als iemand zegt: je gaat niet snel genoeg, dan zeg ik: het hoort bij een langetermijnaanpak. We hebben nog even, maar het komt er.’

Druk op de groene ruimte
Dordrecht staat zoals gezegd de komende jaren voor een forse woningbouwopgave: er moeten rond de 10.000 nieuwe woningen gerealiseerd worden binnen de bestaande stadsgrenzen. . Meer woningen betekent meer mensen, meer behoefte aan verkoeling, recreatie, beweging en mentale rust. Het Stadspark speelt hierin een cruciale rol als tegenwicht.
‘Juist omdat we binnenstedelijk bouwen, moeten we investeren in kwalitatieve openbare ruimte’, zegt Lieftink. ‘Verdichting zonder vergroening leidt tot verharding, hittestress en sociale spanningen. Het park is dus niet alleen een ecologisch project, maar een sociaal en stedelijk noodzakelijke investering.’
De woningbouwdruk betekent bovendien dat beschikbare ruimte schaars is. Elke vierkante meter telt, wat vraagt om slimme combinaties van functies. Van der Elst: ‘Een park moet veel meer doen dan vroeger: water bergen, verkoeling bieden, biodiversiteit versterken én aantrekkelijk zijn voor bewoners. Die multifunctionaliteit is complex, maar ook noodzakelijk in een compacte stad.’
Baten in beeld
In die uitwerking ontstaan ook dilemma’s. ‘Denk aan sportvelden: met meer inwoners heb je meer capaciteit nodig, dus mogelijk meer kunstgras. Maar kunstgras draagt, zoals gezegd, bij aan hittestress. Wat doe je dan? Innoveren met koelere materialen of bomen rondom het veld plaatsen? Niet iedere maatregel is populair, zeker niet bij verenigingen’, zegt Van der Elst. ‘Maar als we onze doelen willen halen, moeten we soms impopulaire maatregelen nemen.’
Ook de baten van het park worden scherp in beeld gebracht. ‘We hebben gekeken naar wat het park oplevert in termen van gezondheid, CO?-opname, biodiversiteit, woningwaarde, recreatie, noem maar op’, aldus Lieftink. ‘Als je dat allemaal meerekent, levert het park meer op dan het kost. Dat heeft de politiek echt geholpen om achter dit plan te gaan staan.’
Van asfalt naar ecosysteem
Wat opvalt is de ambitie om de grens tussen functie en beleving te vervagen. ‘Een sportcomplex moet niet alleen een sportplek zijn, maar ook een aantrekkelijke openbare ruimte’, stelt Van der Elst. ‘Dat vraagt om slimme inrichting: parkeerplaatsen die geen hitte-eilanden worden, ruimte voor waterberging, toegankelijkheid voor wandelaars.’
Het uiteindelijke doel is een park dat robuust, veerkrachtig en geliefd is. Lieftink: ‘We willen dat bewoners zich dit park toe-eigenen. Dat ze er wandelen, sporten, spelen, ontmoeten. Maar ook dat flora en fauna er een thuis vinden’. Van der Elst besluit: ‘Het park moet functioneren als groene long, maar ook als sociaal hart’.