Gemeenten beloven in visies ruimte voor spelende kinderen, maar maken op projectniveau andere keuzes. Dat ziet Marco Aarsen, landschapsarchitect en adviseur bij Goudappel. Speelruimte delft volgens hem nog veelal het onderspit tegenover ruimte voor de auto, door juridisch afdwingbare parkeernormen. Maak die parkeernormen minder hard, is een van zijn adviezen. Maar vooral: ‘Practice what you preach.’
‘Ik probeer projecten altijd te benaderen vanuit de vraag: welke stad wil je zijn?’, zegt Aarsen, die vanuit Goudappel door gemeenten wordt ingeschakeld. ‘Dan hoor je gemeenten vaak over brede welvaart, gezondheid en duurzaamheid. Maar in de praktijk zie je dat het bij projectuitwerking misgaat. De ruimte is te krap en de prioriteiten liggen vaak bij parkeren.’
Extra aandacht voor dit onderwerp mag er zijn, volgens de landschapsarchitect en adviseur. Zeker op de Nationale Buitenspeeldag.
Volgens Aarsen schort het aan een goede doorvertaling. ‘Speelnormen komen zelden verder dan het beleidsstuk. Ze hebben niet dezelfde status als parkeernormen. Daardoor verliezen ze het op projectniveau.’ Ruimte voor de auto gaat vaker ten koste van speelruimte in wijken en buurten waar al weinig leefruimte over is, aldus Aarsen.
Hij wijst erop dat gemeenten wel ambities hebben. ‘In omgevingsvisies en andere beleidsdocumenten zie je vaak mooie uitgangspunten over speelruimte, maar die houden zelden stand bij gebiedsontwikkeling. De afwegingen worden sectoraal gemaakt. Wil je écht speelruimte, dan moet je dat in het ontwerp borgen. Denk aan bredere stoepen of pleintjes in de straat.’
Onderzoek uit de afgelopen jaren laat zien dat speelruimte structureel onder druk staat, met name in dichtbebouwde gebieden. In vervolgonderzoek eind 2001 verrichtte de SP een telefonische enquête onder 35 gemeenten. Slechts 15 gemeenten hanteerden deze norm – de meeste bleven ver onder de 3%. In dichtbebouwde wijken is dit vaak minder dan een procent.
3 procent speelruimte
De 3 procent norm – wat overeenkomt met 300m² buitenspeelruimte per hectare woongebied – is opgenomen in een rijkskader. In Kamerstuk 28996 nr.3 wordt het als volgt omschreven: “De norm komt neer op 300 vierkante meter buitenspeelruimte per hectare, ofwel 3 procent van het gemeentelijk grondgebied dat is of zal worden bestemd voor woondoeleinden”.
Deze norm is bedoeld als richtlijn bij de herziening van bestemmingsplannen en stadsvernieuwingsplannen onder de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Het is vooral een rijksadvieskader, geen wettelijk voorschrift dat in elke gemeente afdwingbaar is. Gemeenten kunnen dit wel als uitgangspunt gebruiken bij ontwerpen, maar zijn niet wettelijk verplicht.
Ook gegevens van het PBL en CBS ondersteunen het beeld dat auto-infrastructuur vaak ten koste gaat van verblijfskwaliteit, vergroening én speelmogelijkheden voor kinderen.
Parkeernormen minder hard
Aarsen pleit echter niet voor extra juridische normering voor parkeernormen, zoals dat het geval is voor speelruimte. Hij is eerder voorstander van flexibilisering van parkeernormen.
‘Niet alles hoeft harde wetgeving te zijn. Als je alles dichttimmert, krijg je een impasse. Daar hebben we buiten simpelweg de ruimte niet voor. We moeten samen komen tot een integrale afweging en zo de juiste keuzes maken.’
Ook helpt het als gemeenten op projectniveau aan volwaardige burgerparticipatie doen en daarbij heldere kaders meegeven.’ Aarsen probeert in projecten met gemeenten en bewoners het gesprek over ruimtegebruik te voeren door hen elkaars perspectieven te laten delen.
Dit doet hij onder andere met het Ruimte Kompas. ‘Het helpt als je inzichtelijk maakt dat parkeerruimte eigenlijk gewoon privaat gebruik is van publieke ruimte. Die bewustwording leidt tot meer begrip om de (tweede) auto verder weg te zetten.’

De omgang met en beleid op parkeerruimte roept veel emoties op, ziet hij. ‘Maar kinderen hebben ook emoties. Die paar vierkante meters maken het verschil of ze wel of niet willen buitenspelen. In wijken waar veel jonge gezinnen wonen, is dat extra belangrijk.’
Aarsen pleit ervoor om ook kinderen vaker te betrekken bij ontwerp en evaluatie, bijvoorbeeld als binnen een korte afstand een basisschool ligt. ‘Laat hen vertellen hoe zij een straat beleven. Of verplaats je als ontwerper in ieder geval in hun wereld op hun ooghoogte. Dan ontwerp je anders.’
Ander perspectief op ruimte
Een positieve ontwikkeling vindt hij de invoering van 30 kilometer per uur in woonwijken. ‘Het stelt de mens centraal en maakt de auto echt te gast. Maar voer het wel geloofwaardig door in je inrichting.’
In de inrichting kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het aanleggen van klinkers en het versmallen van de weg. Dat gebeurde onder andere bij de Noordewierweg in Amersfoort, een herinrichting waarbij met omwonenden een participatieproces is doorlopen.
‘Een weg van 1,2 kilometer en een sociale barrière tussen twee buurten. Maar door een aantal verhoogde pleintjes over de weg aan te leggen, is het daar geen racebaan meer. Ook daar was parkeren een hot item, maar er is vooral ruimtewinst behaald door een smallere rijbaan.’
In een project in Steenderen hebben we een stenig parkeerterrein verandert in een groen plein met ruimte voor verblijven, ontmoeten en spelen. De nieuwe inrichting draagt bij aan een veilige speelomgeving voor kinderen. Dit is gedaan met slingerende wandelpaden, bankjes en een waterspeelplek.
Gemeenten hoeven nu niet te vrezen voor een leegloop van inwoners vanwege de beperkte speelruimte. Daarvoor is de huidige woningmarkt te krap. Wel is Aarsen van mening dat de leefomgeving van invloed is voor de keuze waar mensen graag willen wonen.
‘Kinderen spelen steeds minder buiten. Gemeenten moeten door krijgen wat de voordelen zijn voor kinderen om in hun buurt genoeg speelruimte te hebben.’
Aan gemeenten die meer speelruimte willen, maar er nog geen gehoor aan geven, is de boodschap van Aarsen: ‘Practice what you preach. Durf te kiezen voor extra ruimte voor kinderen.’
‘Neem mensen mee in het verhaal wat voor straat je wil zijn en je komt tot hele andere resultaten dan bij een standaard parkeerdiscussie. Maak je papieren beleid werkelijkheid op straat en maak zo echt een stad voor mensen.