Steeds meer onderzoeken tonen aan dat geveltuinen een waardevolle toevoeging zijn in stedelijke gebieden. Joop Spijker, senior-onderzoeker aan Wageningen University & Research, doet met collega’s al jarenlang onderzoek naar biodiversiteit, hittestress en waterretentie in steden. ‘Geveltuinen kunnen een heel effectieve maatregel zijn voor verkoeling in stedelijke gebieden.’
Dit artikel is ingezonden door Marijke Wempe, communicatie-adviseur van zadenleverancier Cruydt-Hoeck. Een langere versie stond eerder in vakblad Groen. Interesse in het complete verhaal of waar Groen verder over schrijft? Vind hier meer informatie over een (proef)abonnement. |
Meteorologen noemen straten ook wel urban canyons; de zon schijnt erin en wordt weerkaatst door de stenen en het glas van gebouwen. Daarnaast neemt het materiaal – zoals baksteen – warmte op en straalt dat in de avond weer uit. Dat voel je als je je hand erop legt.
‘Geveltuinen zijn effectieve maatregelen voor verkoeling’, zegt Spijker. ‘Vooral als ze de hoogte in gaan en de muren bedekken.’ Een nieuw internationaal onderzoek van ecoloog Katharina Hecht van Universiteit Utrecht toont aan dat de temperatuurverschillen tussen de voor- en achterkant van groene gevels kunnen oplopen tot 0,6 à 0,7 graden Celsius.
‘De begroeiing zorgt ervoor dat de warmte niet wordt opgenomen en dankzij waterverdamping warmt de lucht rondom begroeide gevels minder op dan bij kale muren.’
Soortenrijkdom
‘Elke graad maakt het verschil in een stedelijke omgeving. En afhankelijk van hoe je een geveltuin aanlegt, kan het een geschikte plek zijn waar vogels nestelen, waar insecten stuifmeel en nectar verzamelen en waar spinnen en diverse insecten kunnen leven en schuilen’, zegt Spijker.
‘Begroeide gevels kunnen wel honderden diersoorten herbergen. Daarnaast is het belangrijk dat je ook ander groen in de buurt hebt staan. Zo zitten sommige insecten in een bepaalde levensfase in de bodem en andere hebben juist gras of kruiden nodig of struiken en bomen.’ Veel wilde bijen hebben een beperkte vliegafstand van 50 tot 75 meter. Dus de gebieden waar zij nectar halen, moet je volgens Spijker goed verbinden.
Stapstenen
De effectiviteit van groene gevels hangt wel af van de gekozen plantensoorten en het ontwerp. ‘In Nederland doen mossen, vaste planten en inheemse klimplanten het vaak goed. Een mooi voorbeeld is het Stadskantoor in Venlo. Dat heeft de grootste groene gevel van Nederland.’
‘Als je vervolgens ook ander groen aanlegt, dan draag je ook bij aan goede wateropvang, het ietsje verbeteren van de luchtkwaliteit, het bevorderen van de gezondheid van mens en dier en de sociale cohesie in de straat. Dat is een heel scala aan baten.’
Praktische tips voor meer geveltuinen
1. Geef goede voorlichting en advies
Geef als gemeente goede voorlichting en advies over de (on)mogelijkheden van geveltuinen. Het aanbieden van kant-en-klare-plantpakketten kan helpen om inwoners over de streep te trekken.
2. Kies inheemse planten
Genetisch inheemse planten hebben een veel grotere waarde voor wilde bijen, hommels, zweefvliegen en kevers dan gecultiveerde soorten. Deze planten bloeien op het juiste moment en bieden op het juiste moment voedsel aan lokale populaties insecten én hun larven.
3. Kies de juiste soorten
Niet alle planten gedijen goed in een geveltuin. Houdt rekening met de volgende eigenschappen van beplanting: positionering op de zon, aantrekking van specifieke soorten, het behoud van blad, wortelopdruk, hoogteverschillen en een-, twee- of meerjarige planten.
Vergroeningsinitiatieven
Steeds meer gemeenten zien de voordelen van stedelijke vergroening. ‘Sommige gemeenten, zoals Rotterdam, hebben vergroening in hun beleid of collegeprogramma opgenomen. Andere gemeenten, zoals Nijmegen, werken daarbij samen met lokale organisaties aan vergroeningsprojecten. De gemeente Arnhem heeft met de bewoners geïnventariseerd waar de behoefte ligt en de wijze van vergroening in verschillende buurtjes aan deze wensen aangepast.’
Als je kijkt naar de verschillende projecten, dan gaat het in sommige wijken vanzelf, dan steken bewoners elkaar aan, en in andere wijken moet je de bewoners wat meer bij de hand nemen, zegt Spijker.
‘Dat zien we vooral bij de sociaal armere wijken – de energie gaat ergens anders naartoe en dat is ook logisch. Maar over het algemeen hebben inwoners van gemeenten behoefte aan meer groen in hun straat. De redenen waarom ze dat (nog) niet doen is dat ze niet zeker weten of het mag van hun gemeente en ze weten vaak niet hoe te beginnen.’
Stedelijk groen
‘In veel steden en dorpen gebeurt er al een hoop, maar eigenlijk wil je 100 procent van de bebouwde kom groen inrichten’, geeft Spijker aan. ‘Het effect van stedelijk groen was mooi te zien bij het kunstproject Bosk. Gedurende 100 dagen werden er dagelijks 1200 bomen door de stad Leeuwarden verplaatst, waardoor het bos telkens op een andere locatie in het centrum aanwezig was.’
‘De bomen brachten stilte en verkoeling in de stad en veel bewoners waardeerden dat zeer. In augustus 2022 kregen de bomen en de duizenden zaailingen een permanente plek in de gemeente Leeuwarden en de provincie Fryslân.’
Hoewel de vergroening in veel steden toeneemt, en er veel mooie initiatieven zijn zoals Stichting Steenbreek en MeerBomenNu, is het moeilijk te zeggen of de vergroening in zijn totaliteit toeneemt, stelt Spijker. ‘Dat zijn we nu aan het onderzoeken, onder andere aan de hand van satellietbeelden.’