Zutphen geeft fietsers en voetgangers meer ruimte ten koste van de auto. Vier doorgaande wegen worden dit jaar opnieuw ingericht. De gemeente combineert daarbij groot onderhoud met vergroening en verkeersmaatregelen. ‘We werken aan een grote verbouwing van de stad’, zegt verantwoordelijk wethouder Sjoerd Wannet.
Zutphen heeft de afgelopen jaren al fors geïnvesteerd in een aantrekkelijkere openbare ruimte en betere infrastructuur. Zo is de IJsselkade, op een steenworp afstand van de historische en deels autovrije binnenstad, enkele jaren geleden grondig onder handen genomen met ruimte voor flaneren aan een verlaagd pad.
Ook de achterkant van het NS-station is flink aangepakt. Daar is in de afgelopen jaren op een voormalig industrieterrein een autoluwe woonwijk ontwikkeld, inclusief een haventje voor kleine boten.
Met de komst van de nieuwe wijk heeft de stad kansen gegrepen om de toegangsroute tot de stad te verleggen, het wegprofiel te versmallen en te voorzien van brede fietspaden met veel meer groen. Dat wil de gemeente nu ook in andere delen van de stad.
Waarom wordt de stad zo grootschalig heringericht?
‘Ruim tien jaar geleden plaatsten we in de stad 30 km/u-borden, maar de inrichting bleef die van een 50 km/u-weg. Dus moet deze wegen worden aangepast, bijvoorbeeld door de weg te versmallen.’
‘We hebben de afgelopen jaren vaak projectmatig straten aangepakt. Dat gebeurde meestal op microschaal, bijvoorbeeld wanneer een weg om technische redenen opnieuw moest worden ingericht.’
‘Nu willen we breder kijken. Uiteindelijk willen we dat fietsers en voetgangers op de eerste plaats komen. Fietspaden moeten de belangrijkste hoofdverbindingen in de stad worden, niet de autowegen. Een ander belangrijk doel is dat de stad aanzienlijk groener wordt.’
Deze plannen leggen een flinke druk op de capaciteit van de gemeente. Hoe heeft u dat geregeld?
‘We hebben geluk dat de raad in de vorige periode, en die beslissing is in deze periode geactiveerd, een zogenoemde mobiliteitsreserve heeft ingesteld. Daarbij heeft de raad bepaald dat deze reserve elk jaar structureel met vijf ton wordt aangevuld om te investeren.’
‘Dat klinkt misschien niet als veel geld, maar vijf ton structureel betekent dat je elk jaar voor vijf ton kunt lenen, wat neerkomt op een investeringsbudget van ongeveer 20 à 30 miljoen euro, uitgespreid over 30 jaar.’
‘Ten tweede hebben we bij Team Werken, dat is ons gemeentelijke ingenieursbureau, een vaste ploeg projectmedewerkers, aangevuld met een grote flexibele schil. We hebben gezegd: het heeft prioriteit om deze straat aan te pakken.’
‘Dat kostte ons dat wel anderhalf jaar aan organisatiekracht.’
‘Daarom richten we al onze aandacht op dit project en proberen we ook slim te ontwerpen. Zo kijken we bijvoorbeeld goed naar wanneer bepaalde onderdelen aan vervanging toe zijn, zoals rioleringen, en hoe we die werkzaamheden kunnen combineren met het opnieuw inrichten van de straat.’
‘Al heeft ons dat wel anderhalf jaar aan organisatiekracht gekost.’
Hoe reageren inwoners op deze veranderingen?
‘Over het algemeen positief, al levert het soms discussie op. Het toevoegen van groen betekent vaak dat er ergens anders ruimte moet worden ingeleverd, bijvoorbeeld bij parkeerplaatsen of stoepen.’
‘Waardoor het ons wel lukt om draagvlak te creëren, is dat we het ontwerp samen met de inwoners maken. Uiteraard wél binnen scherpe kaders. Dat betekent dat we in eerste instantie alle buurtbewoners bij elkaar roepen en zeggen: deze straat gaat binnenkort op de schop.’
‘Waardoor het ons wel lukt om draagvlak te creëren, is dat we het ontwerp samen met de inwoners maken.’
‘We geven dan aan wat de kaders zijn: zo hanteren we de eis dat voetgangers en fietsers prioriteit krijgen, de snelheid omlaag gaat naar 30 km per uur en dat minimaal 30 procent van de straat groen moet zijn.’
‘Als je dat goed communiceert, kunnen bewoners binnen die kaders dus meedenken en zelf hun straatontwerp maken. We bemoeien ons als gemeente niet met de precieze invulling – of een bankje hier of daar komt te staan.’
‘We geven het ontwerp écht uit handen. Dat zorgt voor draagvlak en daardoor worden dit soort grote reconstructies des te makkelijker gerealiseerd. Dat is een van de belangrijkste lessen.’
Wordt data nog ingezet bij deze verbouwing?
‘We baseren onze keuzes niet alleen op ervaringen en input van inwoners, maar ook op data-analyses. We hebben onderzoek laten doen naar de verkeersveiligheid en knelpunten in de stad. Daaruit kwam een top tien van de onveiligste situaties voor fietsers en voetgangers naar voren.’
‘Op basis daarvan stellen we prioriteiten en plannen we jaarlijks minimaal twee herinrichtingen. Zo zorgen we ervoor dat de meest urgente problemen als eerste worden aangepakt en blijft de verkeersveiligheid continu verbeteren.’
Welke rol speelt duurzaamheid in deze plannen?
‘Een grote. We koppelen de herinrichting niet alleen aan verkeersveiligheid, maar ook aan klimaatadaptatie en lokale wateropvangdoelen. In elke straat zorgen we ervoor dat we het water goed kunnen opvangen, bijvoorbeeld door het maken van wadi’s. Als we de riolering vervangen, koppelen we het regenwater direct af van het riool.’
‘Dat betekent dat je twee rioolbuizen hebt: één bestaande buis die naar de waterzuivering gaat en één nieuwe buis die het regenwater van de straat opvangt en het vervolgens langzaam in de bodem laat infiltreren, in plaats van het af te voeren naar de zuivering.’
‘We streven naar evenveel gemeentelijke bomen als inwoners in 2050. Dat betekent een jaarlijkse aanplant van circa 6.700 extra bomen. En dat binnen de bebouwde kom. Het buitengebied hebben we bewust buiten beschouwing gelaten. Een veldje kopen en 10.000 bomen planten zou eenvoudig zijn, maar dan vergroenen we niet de plekken waar de hittestress het grootst is.’
‘Door dit te combineren met herinrichtingsprojecten, maken we vergroening efficiënter en goedkoper.’
Wat betekent dit voor de lange termijn in Zutphen?
‘Deze vier straten zijn nog maar het begin. We hebben een top tien van straten die extra aandacht nodig hebben voor fietsers en voetgangers. Elk jaar pakken we er minimaal twee aan.’
‘We spelen in op de onveiligheid die ontstaat tijdens piekmomenten bij scholen, omdat ouders hun kinderen het liefst pal voor de school afzetten. In het ontwerp hebben we daarom expliciet rekening gehouden met maatregelen waardoor het niet meer zo logisch is om met de auto helemaal tot aan de ingang van de school te rijden.’
‘Daarnaast werken we toe naar een autoluw centrum en een verkeerscirculatieplan waarbij de hoofdroute voor auto’s wordt verlegd naar een ringweg buiten de stad, dus helemaal om de stad heen. Alleen via enkele inprikkers kun je dan nog in de stad komen.’
Wat is het ultieme doel?
‘Als straks het complete centrum autoluw is, de belangrijkste kruispunten zijn aangepast en de ringweg goed functioneert, dan hebben we een stad waar de fietser en voetganger echt centraal staan.’
‘De rode lopers door de stad – de hoofdverbindingen voor fietsers – moeten even vanzelfsprekend worden als de autowegen nu zijn. Als dat lukt, ben ik tevreden.’