Een op de tien Nederlanders beweegt wel genoeg, maar doet dit te weinig verspreid over de week. Als zij dit wel doen, dan verkleint Nederland bijna de helft van de kloof naar de Beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad, zo blijkt uit nieuw onderzoek van het RIVM. Het instituut adviseert gemeenten om te zorgen dat de buitenruimte laagdrempelige beweging faciliteert.
Als de tien procent van Nederlanders net zoveel blijft bewegen, maar dit meer verspreid doet over de week, dan voldoet niet 44 procent (2023) maar 56 procent van Nederlanders aan de Beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad.
Door vaker te kiezen voor de fiets of het nemen van de trap vallen deze Nederlanders al binnen de richtlijnen.
In nieuw onderzoek van het RIVM, waarin voor het eerst cijfers naar voren komen over’ niet-bewegers’ en ‘weinig-bewegers’, wordt meermaals de inrichting van de leefomgeving genoemd als instrument voor meer en vaker bewegen.
Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de toegankelijkheid van openbare voorzieningen en sportaccommodaties, die het bewegen kunnen stimuleren of juist verhinderen. Een laagdrempeligere leefomgeving zou daarmee meer Nederlanders kunnen helpen om vaker actief te bewegen, is te lezen in het nieuwe rapport.
Ouderen en mensen met een beperking en/of een langdurige aandoening bewegen vaker niet of weinig. Bij mensen die niet of nauwelijks bewegen, zal de gezondheid het meeste verbeteren als zij (meer) gaan bewegen.
Mensen die al bewegen, kunnen nog meer gezondheidsvoordelen halen door vaker, langer of intensiever te bewegen, aldus het RIVM.
Vervolgonderzoek kan zich richten op welke belemmeringen ouderen, lager opgeleiden, Nederlanders met een fysieke beperking en andere doelgroepen ervaren om te (gaan) bewegen.
Meer bewegen in 2040
Het streven van de overheid is dat driekwart van de bevolking deze richtlijnen (zie kader) in 2040 haalt. Om dit doel te halen is wel meer nodig dan enkel aanpassingen aan de leefomgeving, zegt het RIVM.
‘Een systeemaanpak kan hieraan bijdragen. Hierin werken verschillende partijen (zoals overheid, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven) vanuit verschillende domeinen (zoals zorg, werk, onderwijs en leefomgeving) met elkaar samen’, zo staat op de site van de gezondheidsautoriteit.
| Beweegrichtlijnen Gezondheidsraad De Beweegrichtlijnen adviseren mensen van 18 jaar of ouder bijvoorbeeld om per week ten minste 150 minuten matig- tot zwaar-intensief te bewegen, verspreid over meerdere dagen in de week. Matig- tot zwaar-intensief bewegen is bijvoorbeeld wandelen, de hond uitlaten, fietsen, tuinieren, intensief huishoudelijk werk en sporten. Daarnaast is het advies om minimaal 2 keer per week bot- en spierversterkende activiteiten te doen, zoals wandelen of krachttraining. |
Actieplan Nederland Beweegt
Informatie over de groepen mensen die niet of weinig bewegen kan aanknopingspunten geven voor beleidsmakers om sport- en beweegbeleid op te richten, aldus het RIVM. Inzicht in de groep mensen die niet of weinig beweegt, is ook relevant voor de Evaluatie van het Actieplan Nederland Beweegt. Dit Actieplan is door het ministerie van VWS gelanceerd in 2023.
Het beschrijft beleid gericht op het in beweging brengen van groepen mensen die dat nu niet of weinig doen, en dus achterblijven in beweeggedrag.
Overigens wordt al jaren gepleit voor een inrichting van de fysieke leefomgeving die ‘vanzelfsprekend sport en bewegen faciliteert’. Sommige steden zetten daarbij actief in op de jeugd en de cultuur in hun stad.
Het RIVM voor volksgezondheid deed dit onderzoek in opdracht van het ministerie van?VWS?(Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport).