Stedelijke buurten ‘minder gezellig’ dan landelijke buurten

Leestijd: 2 minuten

De sociale cohesie in stedelijke buurten scoort over het algemeen slechter dan in landelijke buurten, blijkt uit onderzoek van het CBS. Onder meer gezelligheid, vertrouwen en aanspreekbaarheid werden beoordeeld. Van de grotere gemeenten scoort Rotterdam het laagst.

Een meerderheid van de Nederlandse bevolking, 61 procent, vindt dat ze in een gezellige buurt wonen waar mensen elkaar helpen. Onderlinge verschillen tussen mannen en vrouwen, of tussen leeftijden springen er niet uit.

Die positiviteit is over het algemeen meer te vinden bij mensen uit niet-stedelijke gebieden (platteland). Hier spreekt 72 procent van gezelligheid en behulpzaamheid in hun buurt. Van de mensen uit meer verstedelijkte gebieden is dit 52 procent.

‘Hoe minder stedelijk de woonbuurt, hoe gezelliger de inwoners het in hun buurt lijken te vinden en hoe meer ze ervaren dat mensen elkaar helpen’, zegt het CBS op basis van de Veiligheidsmonitor 2023.

Ook over andere onderwerpen die te maken hebben met sociale samenhang in de buurt, zijn mensen in landelijke gemeenten vaker positief dan in stedelijke gemeenten.

‘Op het platteland kent men elkaar beter, vindt men vaker dat er prettig met elkaar wordt omgegaan, voelen meer mensen zich thuis bij de mensen in hun buurt, is er meer contact met de buren, en durven ze eerder hun huissleutel af te geven.’

Rotterdammers wonen minst vaak gezellig

Van alle gemeenten met 70.000 of meer inwoners, scoort Rotterdam het laagst. Hier zegt 46 procent van de inwoners dat ze in een gezellige buurt wonen waar men elkaar helpt. In Land van Cuijk (Noord-Brabant) is dit met 75 procent het hoogst.

Ook in de gemeenten Meierijstad, Westland, Hoeksche Waard en Súdwest-Fryslân vinden inwoners het bovengemiddeld gezellig wonen, daar is ongeveer 7 op de 10 inwoners het eens met de stelling.

Naast Rotterdam is ook in Amsterdam, Den Haag, Schiedam, Vlaardingen, Heerlen en Maastricht minder dan de helft van de inwoners het eens met de stelling over gezelligheid en behulpzaamheid.

Toch scoren alle gemeenten met meer dan 70.000 inwoners een voldoende of ruime voldoende, wanneer de verschillende aspecten rondom sociale samenhang bij elkaar worden geteld.

Op provinciaal niveau is overal een meerderheid van positief gestemde mensen. Inwoners van Fryslân zijn het positiefst: daar is 68 procent het eens met de stelling. Inwoners van Zuid-Holland zijn het met 56 procent het minst vaak hiermee eens.

Economische productiviteit 

In de Veiligheidsmonitor 2023 werden aan ruim 180.000 mensen van vijftien jaar of ouder stellingen voorgelegd over de sociale samenhang in hun eigen woonbuurt.

Alle Nederlandse woongebieden werden verdeeld over vijf categorieën van stedelijkheid: van “zeer sterk stedelijk” tot aan “niet-stedelijk” (platteland). Via stellingen werden de verschillende factoren (gezelligheid in de buurt, omgang met elkaar, thuis voelen bij buren en het contact met buurtgenoten) beoordeeld.

Een sterkere sociale samenhang draagt bij aan het welbevinden van mensen in hun woonbuurt, en is ook van invloed op economische productiviteit en groei, aldus het CBS.