Net als in Breda en Rotterdam wordt ook in Londen, Adelaide en Chattanooga wordt hard gewerkt aan de groene, gezonde en sociale leefomgeving. Zij doen dit vanuit de National Park City-gedachte: van je stad één groot park maken. De steden droegen eenzelfde boodschap uit op het Future Green Cities Congres: een stadsbreed verhaal draagt aantoonbaar bij aan betere burgerparticipatie.
In de kern betekent een National Park City (NPC) dat aangesloten steden streven naar meer groen in de openbare ruimte, zoals parken, tuinen en groenzones, en de natuur integreren in de stedelijke planning.
Dat moet volgens de park city-gedachte niet alleen een taak van de gemeente zijn, maar een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle bewoners en ondernemers, met een stadsbreed verhaal als basis.
Het idee van de initiatiefnemer: voor natuur, biodiversiteit, gezondheid en ontspanning hoef je niet de stad uit, als je de van je stad een soort Nationaal Park maakt. ‘Wat als onze stad een National Park City was?’
Vertegenwoordigers van twee National Park Cities, Londen en Adelaide, en twee kandidaat-steden deden hun verhaal tijdens een workshop op het Future Green Cities Congres in Utrecht. Vanuit Nederland was dit de gemeente Breda.
In alle verhalen van de aanwezige National Park Cities (-kandidaten) klinkt eenzelfde boodschap: het worden van een NPC is een gamechanger voor beleidsdoelen en burgerparticipatie. Zo sluiten er meer vrijwilligers aan bij vergroening- en verduurzamingsprojecten.
Ook kunnen versnipperde initiatieven met één mond spreken richting gemeenten en een gezamenlijke agenda opstellen. Het wordt zo makkelijker, zo vertellen de NPC-steden, om subsidies binnen te halen en elkaars initiatieven te versterken.
Titel geeft extra steun
‘Het gaat er ook om dat je herkent en voortbouwt op wat er al in je stad gebeurt’, vertelt Mark Cridge, directeur van de internationale en Londense NPC-stichtingen. Het worden van een NPC helpt overheden volgens hem om grote opgaven behapbaar te maken.
‘Het kan spanning opleveren tussen overheid en burger als de overheid capaciteit tekort komt om alle grote opgaven op te lossen. Met dit verhaal kan je die spanning juist omdraaien.’
Sherin Pitman, projectleider NPC bij de gemeente Adelaide, legt uit waarom haar stad in 2021 na Londen de tweede NPC werd: ‘Het zijn van een National Park City heeft als voordeel dat alle initiatieven op één lijn liggen, zodat je sneller stappen zet richting een groenere stad. Je hoeft niet telkens iedereen te overtuigen.’
‘Initiatieven kunnen aanhaken op het grotere verhaal. Als gemeente geef je daarnaast ook het signaal: het maakt niet uit hoe klein je bent, zolang we maar samenwerken.’
Pitman gelooft dat de internationale ‘stad in een park’-beweging verandering kan afdwingen. In het geval dat vergroenings- of gezondheidsdoelen in de knel komen door beleid van een hogere overheidslaag, zoals het Rijk, kan een stad met een NPC-verhaal makkelijker standhouden.
Dennis Habers, groenbeheerder bij de gemeente Rotterdam herkent zich in die redenering. Hij hoopt dat groenambtenaren met het verhaal van ‘stad in een park’ zich beter kunnen verdedigen tegen andere ruimteclaims als wonen en mobiliteit.
‘Nederlandse steden, in vergelijking met andere kandidaat-steden, liggen dichter tegen elkaar aan. Het groen staat hier meer onder druk, ook al buiten de stad.’
‘What if…?’
Brian Smith, vertegenwoordiger van de Amerikaanse gemeente Chattanooga, noemt de oude werkwijze van zijn gemeente ‘pleisters plakken’. Zijn stad, in grootte vergelijkbaar met die van Breda, verwacht de titel in december in ontvangst te nemen.
In Chattanooga werd de ‘wat als’ vraag van de NPC-stichting letterlijk overgenomen in een campagne om bewoners te betrekken
‘In onze stad hebben we in het een verleden inheemse volkeren verdreven. Ook waren we op een gegeven moment de vuilste stad van Amerika. In onze campagne roegen we onze burgers daarom: ‘Wat als we het deze keer goed zouden kunnen doen?’
De stad in de staat Tennessee heeft bijna de tien stappen doorlopen om zich NPC te mogen noemen. Daarvoor maakte de gemeente een inventarisatie van organisaties en initiatieven die zich bij de beweging aan hebben gesloten. Ook heeft de stad in haar eigen charteraandacht besteedt aan respectvol grondgebruik van oorspronkelijke bewoners.
Habers van de gemeente Rotterdam herkent de behoefte om met de NPC-titel vooral perspectief te bieden. ‘Rotterdam heeft goed werk geleverd in het wederopbouwen van de stad, maar de auto was de afgelopen decennia dominant en daarop hebben we onze leefomgeving ingericht.’
‘Nu willen we bewoners een soortgelijke boodschap vertellen: hoe bewegen we daar juist van weg en zorgen we voor vergroening in iedere wijk en buurt?’
Ook met een stadsbreed verhaal als die van de National Park City-beweging blijft het een uitdaging om álle bewoners mee te krijgen. Dat merkt ook Chattanooga, vertelt Smith.
Op een eerste bijeenkomst in zijn gemeente, om bewoners mee te laten denken over het manifest voor NPC, verschenen vooral ‘usual suspects’. ‘De eerste groep was bijna iedereen wit en man. We grepen dat moment direct aan om ons af te vragen wie we er misten. Later hebben we artiesten, mensen met handicaps en mensen van kleur aan de community aan de groep toegevoegd.’
Het worden en zijn van een National Park City is dan ook een project van de lange adem, aldus de steden zelf. Het is een toezegging van gemeentelijke besturen om balans terug te brengen tussen stad en natuur. Maar wél met bijdragen van bewoners en bedrijven.
In 2025 hoopt de internationale National Park City-beweging op 25 kandidaat-steden.