Lessen trekken uit elkaars klimaatadaptieve aanpak

Leestijd: 6 minuten

Antwerpen is een industriële havenstad aan de Schelde, Den Haag de politieke hoofdstad achter de duinen. Deze metropoolregio’s vormen de thuisbasis van honderdduizenden mensen, maar klimaatverandering vormt een bedreiging voor de leefbaarheid in deze steden. Door hun ligging en hoge bevolkingsdichtheid nemen de gevolgen van klimaatverandering toe.  

Je leest een artikel uit vakblad Groen, editie 6 uit 2024

Beide steden hebben daarom klimaatadaptieve strategieën ontwikkeld om deze uitdagingen het hoofd te bieden. Onderzoekers van het onderzoeks- en adviesbureau Areaal Advies verdiepten zich in de klimaatadaptieve aanpak van deze twee steden en maakten een internationale vergelijking.  

Den Haag en Antwerpen moeten zich beide aan dezelfde Europese normen houden, maar zijn vrij om zelf een aanpak te bepalen om die normen te halen.  

Antwerpen koos voor een integraal beleidsplan, waar klimaatrobuustheid deel uitmaakt van een bredere strategie. Samenwerking met inwoners staat centraal: op de plekken in de stad waar energie is, wordt gewerkt aan klimaatadaptatie. Dit gebeurt onder toeziend oog van een klimaatraad en -regisseur via het innovatieve governance model, waarin alle relevante partijen die werken aan klimaatadaptatie zijn verenigd. De rol van klimaatregisseur wordt momenteel vervuld door Manon Jansen, die in Nederland al jaren voorzitter en boegbeeld van de Nederlandse Topsector Energie is. Aan haar de taak om de uitvoering en de voortgang van het klimaatplan in goede banen te leiden.  

De bijbehorende klimaatdoelen die Antwerpen heeft opgesteld, naast water en groen, zijn vooral gericht op het verminderen van uitstoot in mobiliteit en de bebouwde omgeving.  

Circulaire waternetten

Den Haag werkt daarentegen met een top-downbenadering. Met behulp van een wegwijzer voor klimaatadaptieve projecten zoekt Den Haag systematisch de meest kansrijke projecten uit. Bij de uitvoering van projecten worden inwoners via participatieacties betrokken. Hitte, droogte en neerslag worden als de grootste uitdagingen gezien. Den Haag heeft in het beleidsplan dan ook bijhorende maatregelen opgesteld om deze problematiek te tackelen.  

In hun benadering en uitwerking komen de aanpakken van de steden deels overeen, maar ze verschillen ook. Hierdoor kunnen de steden inspiratie putten uit elkaars aanpak. Neem bijvoorbeeld Antwerpen, waar via circulaire waternetten overtollig hemelwater wordt opgevangen. Het opvangen van hemelwater is overigens voor heel Vlaanderen verankerd in een hemelwaterverordening, die het opvangen van hemelwater bij renovatie of nieuwbouw op privaatterrein verplicht stelt. Hierdoor wordt niet alleen het riool minder belast, maar ook de openbare ruimte. Het opgevangen hemelwater kan bovendien worden hergebruikt voor andere doeleinden, zoals irrigatie of schoonmaak. Den Haag zou een dergelijke strategie kunnen implementeren om met wateroverlast als gevolg van piekneerslag om te gaan.   

Als het gaat om het selecteren van buurten of wijken die prioriteit zouden moeten krijgen omtrent klimaatadaptatie, blijkt dat Antwerpen nog geen overkoepelende, systematische manier van werken heeft. Het opzetten van een systematische aanpak waarbij de “slechtst” scorende buurten als eerste aangepakt worden, zou een manier kunnen zijn om prioriteiten te stellen. Den Haag hanteert een dergelijke aanpak; hier ontstaat een mogelijkheid voor kennisuitwisseling. 

Aanbevelingen

In het onderzoek zijn aanbevelingen geformuleerd. Deze aanbevelingen komen voort uit de aanpak van diverse andere Europese steden, diepte-interviews met experts en de jarenlange ervaring van Areaal Advies met het verbeteren en verduurzamen van gebieden. Zo is het belangrijk om groen “niet zomaar” te doen. In de praktijk komt het voor dat (nieuw) groen moet wijken voor infrastructurele knelpunten. De boodschap luidt daarom dat groen niet zomaar geplant moet worden, maar dat bij de aanplant al rekening gehouden moet worden met boven- en ondergrondse (wortel)groei en toekomstplannen voor de openbare ruimte.  

Daarnaast grijpen zowel Antwerpen als Den Haag klimaatadaptieve maatregelen aan om de buitenruimte prettiger en mooier te maken. Dergelijke ingrepen kunnen een buurt ook “te” aantrekkelijk maken, waardoor groene gentrificatie op kan treden. Groene gentrificatie is een fenomeen waarbij leefbare, groene wijken onbetaalbaar worden voor sommige groepen in de samenleving. Het is daarom goed om hierop te sturen om ecologische ongelijkheid te voorkomen. Het is belangrijk om wijken aan te pakken waar de nood het hoogst is, maar dit zijn vaak ook wijken waar mensen wonen met een lager inkomen. Dit maakt ze kwetsbaar voor verdrijving uit hun eigen wijk of stad als de huizenprijzen sterk stijgen. In deze wijken kan daarom ingezet worden op een minimaal percentage sociale huurwoningen bij (nieuwe) woonontwikkelingen.  

Vergroening in beide stadscentra is een ingewikkelde opgave. Foto: Dreamstime

Den Haag volgt deze systematiek, maar die sluit dan ook aan bij de huidige situatie in deze wijken, waar sociale huurwoningen nu al een groot deel van de woningvoorraad vormen. Daarnaast helpt het stimuleren van grote én kleine groenontwikkelingen bij het verkleinen van de kans op groene gentrificatie. Een concreet voorbeeld van een kleinere, maar effectieve groenontwikkeling is het creëren van een postzegelpark, ook wel bekend onder de naam pocketpark.  

Innoveren

Voorop staat echter dat, goed doordachte, actie nú nodig is. Klimaatverandering richt infrastructurele schade aan, beschadigt de gezondheid en het welzijn van inwoners en ook op financieel vlak kunnen de kosten erg hoog oplopen. Klimaatadaptatie zorgt ervoor dat in ieder geval een deel van deze kosten “ontweken” kunnen worden. Dit is bovendien een innovatieve manier om financiële middelen te creëren: met geld dat niet wordt uitgegeven ontstaat investeringsruimte of budget om beheerkosten te dekken. Daarnaast is het belangrijk om bij klimaatadaptatie out of the box te denken: om te durven experimenteren met nieuwe technieken, materialen en veranderingen van de (openbare) ruimte. Hierdoor kan het draagvlak voor innovatieve, klimaatadaptieve technologieën worden getest. Denk hierbij concreet aan verplaatsbaar groen, halfverharding en watercirculatie. Hierbij hoort ook het anders inrichten van woonstraten, waarbij het profiel wordt aangepast naar een V-profiel. Hierdoor kunnen vele liters water per seconde getransporteerd en afgevoerd worden. Tegelijkertijd geldt ook dat niet iedere doelstelling of maatregel haalbaar is. Het is daarom belangrijk om doelstellingen van prioritering te voorzien en doelstellingen te selecteren waar de meeste winst te behalen valt. In andere woorden, pluk eerst het laaghangend fruit.  

Ambtenarij

Binnen gemeenten is nut en noodzaak van klimaatadaptatie grotendeels ingedaald. Toch blijkt het soms moeilijk om alle afdelingen die met het onderwerp te maken hebben te verenigen. Samenwerking tussen gemeentelijke afdelingen kan worden bevorderd in een taskforce, waarbij een gezamenlijk ambitieniveau wordt vastgesteld.  

Als er vervolgens projecten op touw zijn gezet, blijkt dat het beheer en het bijhorende beheerbudget ook knelpunten kunnen vormen. Goed beheer ligt echter ten grondslag aan langdurig succes van klimaatadaptieve maatregelen. Het is belangrijk om hier heldere afspraken over te maken, door bijvoorbeeld een overeenkomst op te stellen met gebieds- of projectontwikkelaars waarin de verantwoordelijkheid voor het groenbeheer duidelijk wordt afgestemd. Gelukkig is zowel Den Haag als Antwerpen zich bewust van deze uitdagingen en van het belang van interne en externe samenwerking. Het governance model van Antwerpen vormt dan ook een goed voorbeeld van hoe een stad out of the box durft te denken en alle stakeholders in één platform verenigt.  

Alleen redt een gemeente het namelijk niet. Er zijn nog erg veel versteende tuinen, kavels en parkeerplaatsen. Ook industrieterreinen associeert men vooral met de kleur grijs in plaats van groen. Daarom is het een belangrijke taak van (onder meer) de gemeente om inwoners, ondernemers en grootgrondbezitters te informeren en te enthousiasmeren over het belang van klimaatadaptatie en ze aan te zetten tot actie. Dit gebeurt vaak door het opzetten van de eerdergenoemde participatieacties. Hierbij is het ook belangrijk om de urgentie zichtbaar te maken. Ervoor zorgen dat data inzichtelijk en openbaar toegankelijk zijn helpt hierbij.  

Maatschappelijk draagvlak

Den Haag en Antwerpen staan kortom voor vergelijkbare klimaatuitdagingen. Door slim klimaatadaptieve maatregelen toe te passen kunnen beide steden hun leefbaarheid versterken en klimaatschade beperken. Hun klimaatadaptieve strategieën tonen een veelbelovende aanpak, maar er liggen nog uitdagingen. Het is daarom essentieel om doelstellingen te prioriteren en te focussen op maatregelen met de hoogste impact. Ook het bewaken van maatschappelijk draagvlak en het vermijden van groene gentrificatie zijn cruciale aandachtspunten.  

Door voort te bouwen op hun sterke punten en lessen te trekken uit elkaars aanpak kunnen beide steden niet alleen hun veerkracht vergroten, maar ook inspiratie bieden aan andere steden in hun streven naar een duurzame toekomst.