Onderstaande column stond in de tweede uitgave van Stedelijk Interieur in 2024. Geschreven door Richard Koek, stedenbouwkundige.
Het is misschien doordat ik de afgelopen maanden veel gefietst heb en buiten was, maar wat is het nat in Nederland. Wekenlang hoog water in parken en velden, met bomen die langdurig in diepe plassen staan, met brede rivieren en goed gevulde kanalen en grachten. Het regende veel, dat valt niet te ontkennen, en de statistieken wijzen het uit: 2023 was het natste jaar in een eeuw. Er viel gemiddeld ruim meer dan een meter water op heel Nederland. Probeer je de watermassa eens in te beelden.
Er verandert van alles aan het klimaat, maar water valt het meest op. Twee zomers geleden was het gebrek aan regenwater het gesprek van de dag, met dramatische beelden van droge akkers, al in het voorjaar vergeelde bermen en opgedroogde beken. De warmte liet z’n sporen na, maar vervolgens was het natte 2023 gemiddeld gezien weer warmer dan de jaren ervoor. Bereid je maar voor op meer extremen.
Bodem en water staan sinds kort helemaal centraal in de gesprekken over de toekomst van Nederland. In de lagenbenadering zoals die pakweg twintig jaar geleden opmaat deed, was de basis van bodem- en watersystemen al uitgebreid benoemd. Met de waterproblemen van het eind van de twintigste eeuw als aanjager is Nederland tegelijk verfraaid en meer bestand gemaakt tegen hoogwater vanuit het achterland. Brede rivieren door oneindig laagland; wie houdt er niet van?
Ook in onze steden bewegen we mee met het water, maar op een manier die we eigenlijk niet willen. Hevige neerslag kan nergens heen en zorgt voor overlast in versteende wijken en stadscentra. Op veel plekken lukt het nog wel om over een grote plas water te stappen. Maar dat wordt steeds nijpender en de een is kwetsbaarder voor klimaateffecten dan de
ander.
Om enkele voorbeelden te geven van de urgentie: waar anderhalf decennium geleden in het Rotterdamse havengebied een enkele keer de kades overstroomden, gebeurt dat inmiddels vijftien tot twintig keer per jaar. De Maaslantkering heeft nu eenmaal gefunctioneerd; de volgende keer is hij wellicht ontoereikend. Stoere keuzes zullen moeten worden gemaakt, van afsluiting van en sluizen in de riviermondingen tot opheffen van parkeerruimte voor meer waterdoorlatende ondergrond aan toe. We weten goed wat en waarom, maar nog niet altijd hoe.
Allemaal grote opgaven voor de komende decennia. Maar morgen regent het weer, waait het harder dan gemiddeld, schijnt de zon ongenadig en werken we ons een slag in de rondte om onze steden daarop in te richten. En daar is
Nederland goed in, als we maar met zijn allen om de tafel gaan zitten. De echte beweging die we moeten maken is meebewegen met de veranderingen van het klimaat. Die klimaatadaptieve stad is dan een verlokkelijk perspectief.