Utrecht is een gezonde stad als iedereen wordt ondersteund in een zo gezond mogelijke levensstijl. Dat zegt wethouder Eelco Eerenberg, die recent de Utrechtse beleidsnota Volksgezondheid schreef. De grootste impact kun je als wethouder maken met de juiste inrichting van de fysieke ruimte, zegt hij.
Eerenberg gaat over zowel Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Onderwijs. Hij werkt al sinds 2019 aan het gezonder maken van de stad Utrecht. Nu ligt er de beleidsnota Volksgezondheid, met aandacht voor de gezonde, stedelijke leefomgeving.
Van origine ingenieur en daarom zegt hij de relatie tussen zijn portefeuilles te snappen. ‘De manier van ontwerpen van je stad is sterk bepalend voor het gebruik en de beleving. En dus kan een gezondere inrichting ook leiden tot gezondere levensstijlen.’
Waarom die hoofdambitie, gericht op de gezondheidskloof?
‘We hebben als de gemeente Utrecht uit ervaring geleerd dat als je je alleen richt op de algemene gezondheid, je op een ongelijke verdeling daarvan uitkomt. We willen bijdragen aan de gezondheid van iedereen, en zorgen dat gezonde Utrechters nóg gezonder worden.’
‘Activiteiten moeten daarom gericht worden op wijken waar de gezondheid, fysiek en mentaal, onder druk staat. In onze stad hebben we het dan bijvoorbeeld over Kanaleneiland of gedeeltes van Leidsche Rijn. Daar kan tien minuten fietsen het verschil maken tussen een wijk waar je gezond bent en oud wordt en een wijk waar de levensverwachting lager ligt.’
‘In kwetsbaardere wijken moeten we, als een van vele voorbeelden, opnieuw naar speelnormen gaan kijken. Omdat spelen het begin is van meer bewegen. En zo krijg je een gezondere stad met gezondere inwoners.’
In de beleidsnota gaat het over thema’s die de kraan dichtdoen en thema’s die helpen dweilen. Kunt u dat toelichten?
‘Uit een analyse hebben we onderzocht wat een gezonde levensstijl beïnvloedt. Dan kom je uit op factoren die ongezond leven voorkomen, maar ook factoren die genezen. Je moet als stad dus aandacht hebben voor mensen die ziek zijn of in de schulden zijn beland, maar ook zorgen dat een nieuwe generatie dit niet ook overkomt.’
‘Zelf zet ik graag in op het concept van preventieve gezondheid. Daar kun je op scoren, in absolute cijfers, maar ook tussen verschillende sociaaleconomische bevolkingsgroepen. Wat ik ook mooi zou vinden, is als de volgende generaties op scholen meer meekrijgen hoe ze over de hele linie gezonder kunnen leven. Het onderwijs als brandpunt voor de gezondheid, zeg ik met de pet op van wethouder onderwijs.’
Strijd tegen tabakszaken
De gemeente Utrecht staakt een verbod tegen een net geopende tabakszaak, staat in een brief aan de gemeenteraad. De gemeente ondernam preventieve stappen in de hoop dat het Rijk op korte termijn met nieuw beleid zou komen. Dat beleid wordt, door de val van het vorige kabinet en het voorlopig nog uitblijven van het volgende kabinet, niet snel verwacht, meldt demissionair staatssecretaris Van Ooijen.
‘Zonder zicht op nadere regelgeving is de grondslag voor ons voorbereidingsbesluit verdwenen. Dat betekent dat wij op dit moment geen mogelijkheden zien om de vestiging van tabakszaken te voorkomen of erop te handhaven. Het is teleurstellend dat handvatten voor gemeenten uitblijven’, aldus het college van B&W in een brief.
Hoe belangrijk is het om die gezonde leefomgeving te kwantificeren, om daar beleid op te ontwikkelen?
‘Gezondheid is in cijfers uit te drukken. Wij kijken naar gezonde levensjaren, dat is een belangrijke indicator. We kijken ook naar ziektelast, dat erop wijst dat er in een wijk te veel ongezonde factoren aanwezig zijn.’
‘Je kunt ook relaties leggen tussen cijfers over ongezonde luchtkwaliteit en waar in Utrecht de meeste mensen met astma wonen. Dat is waarom scholen in Utrecht op een minimale afstand van 300 meter van drukke wegen liggen en woningbouw op 100 meter afstand. Diezelfde afstand werkt ook andersom, als je het hebt over de maximale afstand tot een park of ontmoetingsplek in de wijk.’
‘Tegelijkertijd is er nog veel onontgonnen terrein. Als Utrecht is het onze missie, omdat gezondheid in ons dna zit, om meer bewijs te verzamelen over preventieve, collectieve interventies in de fysieke leefomgeving. Bijvoorbeeld door de coronacrisis over het relatief nieuwe thema mentale gezondheid van jongeren.’
Wat verstaat u als wethouder onder een gezonde stad? Wanneer is Utrecht ‘gezond genoeg’?
‘Gezond genoeg’ vind ik een hele lastige vraag. In de kern zou ik zeggen dat dit betekent dat iedereen in Utrecht het leven kan leven dat diegene wil, zonder obstakels. Zo min mogelijk ziektelast ontwikkelen en als dat tóch gebeurt, dat de stad alsnog voor je blijft ingericht. De fysieke leefomgeving mag je levensstijl, welke die ook is, niet beperken.’
De fysieke leefomgeving mag je levensstijl, welke die ook is, niet beperken.
‘De grootste verandering zit wel echt in die fysieke leefomgeving. Een schone, groene stad. Ontworpen om gezond eten en veel bewegen te stimuleren. Een stad die verleidt tot gezonde keuzes, zonder dat daar een lidmaatschap voor nodig is.’
‘Dat kunnen we veelal zelf, maar in onze beleidsnota roepen we ook de provincie en het Rijk op om ons daarin te ondersteunen.’
U doelt waarschijnlijk op de oproep van gemeenten aan het Rijk, om juridische, planologische instrumenten voor de gezonde voedselomgeving?
‘Dat klopt. Ik wil kunnen sturen op gezondheid, zoals dat nu al kan op overlast. Gezondheid, specifiek de gezonde voedselomgeving heeft normen nodig zoals geur en geluid dat hebben.’
‘Op een bedrijventerrein kun je bedrijven weigeren als die normen overschreden dreigen te worden. In de binnenstad of in een woonwijk kun je niets als er bijvoorbeeld te veel snackbars en fastfoodketens gevestigd zijn. Dit is nodig om afspraken te kunnen maken met bijvoorbeeld een ontwikkelaar en om deze later te kunnen toetsen.’
‘Het UvA-rapport lijkt wel een manier gevonden te hebben om beperkingen in de Omgevingswet te omzeilen. De gemeente Amsterdam gaat ermee piloten en ik kijk met interesse over hun schouders mee. We hebben die instrumenten hard nodig. Het Rijk ging er ook mee aan de slag (zie kader). Hoe dat nu zit met het demissionaire kabinet en wat het volgende kabinet ermee gaat doen, dat is afwachten.’
Demissionair staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen in een brief aan de Tweede Kamer in 2022: ‘Er is een nadere juridische verkenning gedaan naar de mogelijkheid om een wettelijke grondslag voor gemeenten te creëren om een gezonde voedselomgeving te bevorderen. De uitkomst is dat ik voor gemeenten een optionele bevoegdheid wil creëren om in het omgevingsplan regels te stellen waarmee de vestiging van nieuwe ongezonde voedselaanbieders op bepaalde plekken kan worden geweerd. Dit geeft gemeenten de ruimte om deze bevoegdheid toe te passen op een wijze passend bij de lokale omgeving, maar stelt dit niet verplicht. De maatregel zal zich in eerste instantie richten op het weren van nieuwe aanbieders van hoofdzakelijk ongezond voedsel zoals fastfoodketens en snackbars, in de omgeving van scholen of in bepaalde wijken waar een onevenredig groot aanbod aan ongezond voedsel is.’ Lees hier de hele Kamerbrief |