In vier stappen naar een basiskwaliteit stadsnatuur

Leestijd: 3 minuten

In vier concrete fasen een basiskwaliteit aanbrengen in stadsnatuur. Dit kan met een stappenplan dat is opgesteld in opdracht van het ministerie van Landbouw, natuur en Visserij (LNV). Het stappenplan is toe te passen op elk type landschap en biedt een helder streefdoel voor de omgevingsvisie en het omgevingsplan, aldus de auteurs 

Het stappenplan staat in een nieuw kennisdocument dat Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel opstelde. Het maakt onderdeel uit van de programmatische aanpak Basiskwaliteit Natuur (BKN) van het ministerie LNV.  

De auteurs van het document zijn van mening dat huidige beleidskaders zich nog te veel richten op enkel natuurgebieden buiten de stad. 
 
Met het stappenplan is de programmatische aanpak BKN, kaders voor de noodzakelijke inrichting en het beheer voor het leefgebied van veelvoorkomende dier- en plantensoorten, makkelijker in de praktijk te brengen.  

Veelvoorkomende soorten zijn bijvoorbeeld het konijn, de huismus, kikkers en padden en verschillende insectensoorten. 

Met het ontbreken van de juiste inrichting en kwaliteit van de leefomgeving, neemt de omvang van soorten terug en raken ecosystemen, die op deze algemene soorten leunen, verder uit balans. 

Het stappenplan om het leefgebied op orde te krijgen, is generiek toe te passen op álle landschappen, waaronder stadsnatuur, schrijven de opstellers. Het kennisdocument maakt daarnaast participatie met belanghebbende partijen gemakkelijker. 

Meten-doen-beter doen 

Het werken aan Basiskwaliteit Natuur wordt door de auteurs beschreven als een herhalend proces van ‘doen-leren-beter doen’. Het stappenplan bestaat uit vier stappen. 

Om tot de basiskwaliteit natuur te komen, moet eerst een nullijn worden vastgesteld. Het gaat dan om zowel de condities in een gebied als het vaststellen van aanwezige algemene soorten en in welke hoeveelheid.  

Het formuleren van het einddoel, hoe het gebied eruit moet zien en wat het voor belanghebbenden oplevert als het gebied op orde is. In de samenwerking met andere partijen is het nodig om alle beheerders en gebruikers mee te laten praten over hun visie en inbreng voor de groene transformatie. 

Vervolgens moet die inbreng in concrete maatregelen worden omgezet. Daarbij geldt de vraag wie die maatregelen uitvoert, maar ook wie ze daarna zal handhaven.

De staart van het stappenplan is het zorgvuldig meten en evalueren van de effecten. Als vooraf besproken ontbrekende condities en soorten niet worden gehaald, dan herhaalt het stappenplan zich. Mogelijk moeten maatregelen en doelen dan nog worden bijgesteld, aldus de auteurs. 

Streefdoel voor omgevingsplan 

Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel werkte voor het kennisdocument samen met een consortium van Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel, Naturalis, SoortenNL, Sovon Vogelonderzoek Nederland, Vogelbescherming Nederland en Wageningen University & Research. 

De auteurs benadrukken dat er met het kennisdocument nu al werk verzet kan worden. ‘Alhoewel er per lokale situatie andere verbeterpunten zijn, zullen de algemene richtlijnen voor Basiskwaliteit Natuur grotendeels hetzelfde zijn voor alle landschapstypen.’ 

Wie het document ter harte neemt, heeft volgens de auteurs een helder streefdoel voor onder andere de omgevingsvisie en het omgevingsplan. Het is een instrument om voor elk landschap aan te geven welke acties er nodig zijn om lokaal bekende en algemene planten en dieren te behouden en te stimuleren. 

Om de basiskwaliteit over heel Nederland te realiseren, moet de Basiskwaliteit Natuur een gemeenschappelijk uitgangspunt worden. Pas dan kan het succesvol worden verankerd in gebiedsvisies, processen en uitvoering.