Verwachting 2028: meer wegverkeer en matig OV-herstel

Leestijd: 2 minuten

Nederlanders legden vorig jaar nog altijd minder afstanden af dan in 2019, ondanks het verdwijnen van de coronamaatregelen. Voor ov-verkeer is de verwachting dat het in 2028 nog steeds onder dat niveau blijft. Het wegverkeer en de e-bike-ritten gaan wel toenemen, voorspelt het nieuwe Mobiliteitsbeeld. 

In maart 2022 werden alle coronamaatregelen afgeschaft. Sindsdien is er een nieuwe balans te zien in de afstanden die Nederlanders binnen het land afleggen.   

Voor het gehele jaar geldt dat de auto, het ov en de fiets weer meer werden gebruikt dan in 2021. Lang werd verwacht dat het thuiswerken zou leiden tot minder autogebruik, maar inmiddels blijkt dit effect vooral tijdelijk. 

Toch groeide alleen het fietsgebruik echt door. Voor de auto, ov en vliegtuigen was het aantal ritten nog altijd minder dan in 2019.  

Naast de fiets heeft ook de benenwagen aan populariteit gewonnen. De afgelegde afstanden per voet daalden iets in 2022, maar steeg tijdens de coronapandemie zo sterk dat het nog steeds populairder was dan in 2019. 

In totaal nam de afgelegde afstand van Nederlanders binnen het land toe met 12 procent ten opzichte van het jaar daarvoor.  

Ov-groei blijft waarschijnlijk achter

Met name de afstanden in het ov bleven vorig jaar lager dan voor de pandemie. 24 procent minder ritten in de bus, tram en metro, en 29 procent minder ritten in de trein. 

De verwachting van het KiM is dat dit tot aan 2028 weinig toeneemt. ‘Sinds de coronapandemie heeft het ov-gebruik meer dan andere vervoerwijzen te maken met de effecten van thuiswerken en digitaal vergaderen’, aldus het instituut. 

Hiervoor onderzocht het KiM drie scenario’s voor de komende vijf jaar, variërend van minder, hetzelfde of meer mobiliteitsgroei. 

Voor bus, tram en metro voorziet het instituut in 2028 geen groei ten opzichte van 2019. Reden daarvoor is de verwachting dat het aanbod binnen vijf jaar niet opmerkelijk zal verbeteren. 

Het treingebruik blijft in twee van de drie scenario’s minder dan in 2019. Alleen in het ‘meer-scenario’ is een groei van zeven procent mogelijk. Dit scenario kijkt naar gunstige omstandigheden voor mobiliteit: economische en demografische ontwikkelingen, de vervoerscapaciteit, en aanhoudende corona-effecten. 

Meer autogebruik en e-bike-ritten

In alle scenario’s verwacht het KiM meer verkeer op de autowegen, ondanks dat dit vorig jaar ook niet volledig herstelde. De verwachte groei verschilt van 4 tot 14 procent. Onder meer demografische en economische ontwikkelingen spelen hierbij een rol. 

Volgens de voorspelling laat de elektrische fiets een nog sterkere groei zien van 132 procent. De verwachte afgelegde afstand gaat van 4,2 miljard in 2019 naar 9,8 miljard km in 2028. Voor de gewone fiets daalt deze afstand van 13,6 miljard naar 11,6 miljard (-15 procent).  

Het Mobiliteitsbeeld van het KiM gaat in op de ontwikkeling van mobiliteit in de afgelopen 10 jaar én raamt de mogelijke ontwikkeling van verschillende vervoerwijzen in de komende 5 jaar aan de hand van scenario’s. Ook besteedt het kennisinstituut aandacht aan de ontwikkelingen in bereikbaarheid, verkeersveiligheid, effecten van mobiliteit op de leefomgeving en bestedingen aan mobiliteit. Hierbij maakt het KiM gebruik van verschillende bronnen.