Welzijn en gezondheid in een groene leefomgeving

Leestijd: 6 minuten

Klimaatveranderingen zijn een directe bedreiging voor de kwaliteit van leven, welzijn en gezondheid. Mensen hebben voor hun overleving een leefbaar klimaat nodig. Als dat klimaat bedreigd wordt door klimaatveranderingen is het de vraag welke aanpassingen effectief zijn. Klimaatadaptatie kent dan veel vormen. Hier houdt Roel Cremer van stichting ClimateMatters een pleidooi voor meer ruimte voor de natuur in de leefomgeving.

Dat betekent bestaande vegetatie beschermen en extra ruimte maken voor planten, struiken en bomen in de leefomgeving. Hij licht toe waarom dat goed is voor biodiversiteit en welzijn en gezondheid van leven in het algemeen. Op natuur gebaseerde oplossingen kunnen ons redden. Ergo, de natuur is zelf het beste in klimaatadaptatie, aldus Cremer in het volgende artikel.

Welzijn en gezondheid

Hoe draagt groen bij aan klimaatadaptatie en hoe heeft groen een effect op menselijk welzijn en gezondheid? Meer natuur in onze leefomgeving helpt geleidelijk om een negatieve spiraal te doorbreken en zelfs terug te draaien. Daarnaast hebben vergroeningsprojecten een gunstig effect aangetoond op welzijn en gezondheid van mensen. De begrippen welzijn en gezondheid kunnen niet los van elkaar gezien worden. Welzijn beïnvloedt gezondheid en omgekeerd, ergo de begrippen overlappen elkaar enigszins.

Welzijn heeft betrekking op een gevoel dat een omgeving oproept en is daarmee subjectief van aard. Dat kan gaan over mentale stabiliteit, gevoelens van voldoening of geluk. Gezondheid daarentegen zegt meer over de lichamelijke toestand van de mens. We kunnen stellen dat welzijn en gezondheid in een groene leefomgeving dat welzijn eerder betrekking heeft op directe ervaringen, en gezondheid op langere termijn beïnvloed wordt door wat zich voordoet in ons leven.

Hier wil ik het vooral hebben over hoe welzijn samenhangt met de leefomgeving. Hoe zorgt je dan goed voor jezelf en daarmee voor je gezondheid en hoe draagt een natuurlijke leefomgeving bij aan positieve zelfzorg?

Dit artikel beschrijft hoe een meer groene leefomgeving welzijn en gezondheid gunstig beïnvloedt, hoe we als burgers, ondernemers en lokale overheden betrokken zijn, verantwoordelijkheid nemen en zorg dragen voor een gezonde leefomgeving. We onderscheiden in dat verband drie zorgperspectieven:
Zorg voor mensen Om de gezondheid en het welzijn van burgers te beschermen en het sociale verkeer doorgang te laten vinden, is beschutting en afkoeling nodig. Hiervoor kunnen in steden “schuilplaatsen” gerealiseerd worden op basis van water- en groenvoorzieningen (denk aan verkoeling en schaduw).
Zorg voor de leefomgeving De aanleg van groen draagt
bij aan CO2-verwerking en O2-productie, luchtzuivering
en afvang van fijnstof

Zorg voor lokale economie

Voor ondernemingen is inzetbaarheid van medewerkers mede afhankelijk van omgevingsfactoren, zo hebben bijvoorbeeld hittestress en wateroverlast een direct effect op hun productiviteit. In dit artikel brengen we klimaatbedreigingen in verband met welzijn en gezondheid in de leef- of werkomgeving.

Groene leefomgeving

Hoe is onze relatie met een natuurlijke leefomgeving uit te leggen of anders gezegd, wat is de impact van een groene leefomgeving? De mens is de ontvanger van uiteenlopende bronnen van “input”. Anders gezegd de mens heeft voedsel, zuurstof en licht nodig om te overleven. Daarnaast zijn waarneming van geluid en tast belangrijk voor de ervaring van veiligheid, dreiging of gevaar. Functioneel gezegd: de natuur is leverancier van vele “voedings”-middelen; voorziet ons van zuurstof en draagt bij aan CO2
-opname; geeft energie en licht; voorziet ons van betekenisvolle geluiden en laat ons voelen.

Hoe we reageren op een groene leefomgeving

Invloeden van buitenaf kunnen de gezondheid bedreigen of ten goede komen. Er zijn dan prikkels die altijd schadelijk zijn en prikkels die dat pas zijn bij het overschrijden van grenswaarden: de zon geeft aangenaam licht en warmte of
is te fel en veroorzaakt “hittestress” of huidaandoeningen.

Ter illustratie een boswandeling

Geïdealiseerd in een boswandeling kunnen we het volgende ervaren: lichtspeling, kleuren, vormen, geruis van bomen en bladeren, schone lucht, luchtverplaatsing of wind en het voelen van een verende bosbodem. Het ervaren van al deze indrukken activeert een breed scala van zintuigelijke waarneming. Alleen zijn in de natuur maakt de fontein van sensorische indrukken tot een beleving in het moment. Zo’n boswandeling helpt om drukte in het hoofd tot rust te brengen, “even tot zinnen” te komen. Verblijf in een natuurlijke omgeving bevordert gevoelens van geborgenheid, veiligheid en welzijn. Een ervaring die dicht bij de beoefening van meditatie of mindfulness komt.

Het zijn gewaarwordingen van een totaal ander soort dan die van stedelijke drukte. In stedelijke drukte zijn onze hersengebieden overactief en voortdurend alert, klaar voor actie. Aanhoudende drukte kan een bron voor mentale overbelasting betekenen, stress of burn-out. Een veelzeggende titel van een artikel in dat verband luidt: How the city hurts your brain! Aanhoudende
mentale belasting ontregelt de hersenen, enigszins vergelijkbaar met een burn-outervaring.

Prikkels in de leefomgeving kunnen over de tijd de beleving van onveiligheid of bedreiging oproepen. Maar het gaat verder dan gevoelens, we reageren lichamelijk op de prikkels. Er is een lichamelijk systeem dat reageert op rust en harmonie en een ander systeem dat reageert op bedreiging; reacties op het ontwijken van gevaar (vechten of vluchten) en het andere op rust en ontspanning. Als de leefomgeving voortdurend signalen van gevaar afgeeft dan is er onvoldoende gelegenheid voor herstel. Het systeem raakt in een zich herhalende staat van alertheid en stress.

Conclusie is dat er een directe relatie is tussen gevoel van welzijn en effecten op gezondheid. Vaak is een effect op gezondheid pas merkbaar bij chronische belasting. Bijvoorbeeld heel vaak een afstotelijk plein moeten overlopen kan op de duur leiden tot irritatie en weerstand. De relatie tussen welzijn en gezondheid laat zich pas na verloop van tijd gelden. Zo kan een stadsgebied meer of minder gevoelig zijn voor klimaatverandering, bijvoorbeeld als de aanleg of bouw gebaseerd is op verouderde opvattingen met weinig plek
voor groen.

Verblijf in een verouderd stadsgebied kan dan welzijn en gezondheid schaden of ongunstig beïnvloeden. De gevoeligheid voor een “schadelijke” omgeving is persoons- en omgevingsgebonden. Om te weten te komen welke condities voor een merendeel van mensen geldt, is het nuttig om hen te bevragen welke invloeden een rol spelen; denk aan het verblijf of werken op een bedrijventerrein.
Daarnaast kan zo’n inventarisatie dienen als een nulmeting om opbrengsten van interventies later als effectmeting te kunnen beoordelen. Het verbeteren van de leefbaarheid is dan mogelijk met op natuur gebaseerde aanpassingen.

Waarde van groen

Wat helpt bij de discussie over de relatie “groen versus
grijs” is beleid in termen van waarden; ieder hanteert een
eigen waardesysteem, zoals:

  • subjectieve waarde, variatie in waardering van natuur;
  • sociale waarde: verbondenheid met de natuur;
  • esthetische waarde, de schoonheid van de natuur;
  • economische waarde, plaats in het economisch systeem.

Urban Green
Steden zijn te beschrijven als een verzameling van bouwsels: steen, bestrating, huizen, bedrijven en kantoren
met hier en daar een groengebied of park. Uitwassen zijn
oude bedrijventerreinen waar vrijwel geen ruimte voor
groen gepland was. Groenvoorziening in het bedrijfsleven is nog vaak een sluitpost en wordt als kostenpost
afgewaardeerd. Bedenkelijk is dan dat de gebouwde
omgeving ingericht is voor het gebruik door mensen.

Pas recentelijk wordt gedacht over vergroening op bedrijventerreinen, schoolpleinen of stationspleinen. Toch verliest groen nog al te vaak van “grijs” of anders gezegd dat wat geld opbrengt heeft voorrang boven dat wat bijdraagt aan welzijn en gezondheid van gebruikers.

Wat staat ons te doen, welke actie is dringend nodig?

Het betoog hier is dat “steden vergroenen” en een passende
aanpak bieden voor klimaat-bedreigingen die op ons afkomen. Hier zijn al mooie initiatieven voor op gang gekomen, maar het is niet genoeg. Motieven voor groenbeleid kunnen zijn:

anticiperen op toenemende schadelijke effecten van klimaatveranderingen: primair hittestress en wateroverlast. Prioriteiten stellen in bedreigde situaties is dan nodig;

  • anticiperen op langetermijneffecten;
  • bedrijfsrisico’s in kaart brengen en beleid op aanpassen: verminderde inzetbaarheid en productiviteit van
    medewerkers, stagnatie van bedrijfscontinuïteit;
  • de natuur waar mogelijk terugbrengen in de stad;
    mensen en steden kunnen niet zonder elkaar; de
    natuur ruimte bieden en “natuur”-vriendelijk bouwen
    en inrichten;
  • andersom denken: leven, werken en recreëren in
    groengebieden;
  • rol van steunorganisaties versterken, zoals Steenbreek,
    IVN, gemeenten, NS.

Samengevat, bij een toename van effecten door klimaatverandering is er een toename van lichamelijk ongemak, psychische druk en het ervaren van onvermogen. Daarnaast raakt een reguliere stedelijke economische
dynamiek verstoord met een direct effect op het aanpassingsvermogen van burgers, werknemers en mensen in opleiding

Te verwachten effecten van meer groen in de stedelijke omgeving:

  • waardering voor natuur en natuurlijke vormen: esthetisch aspect;
  • meer leven in het moment, minder focus op gedachten
    of zorgen: stressreductie;
  • beter en rustiger ademen: mindfull leven, ontspanning
    van het zenuwstelsel;
  • meer bewegen, meer speels gedrag: lichaamsbeweging;
  • meer sociaal gedrag, tijd voor een ander, verbinding
    maken;
  • minder negatief gedrag (pesterij op schoolpleinen):
    positieve houding;
  • bedrijfscontinuïteit: behoud van werkvermogen en
    inzetbaarheid van werknemers.

Anders investeren:

  • bijdragen aan een accentverschuiving die winst oplevert, een waardeshift tot stand brengen. Bijvoorbeeld
    minder groen aan gebouwen (heeft vooral esthetische
    waarde), groen aan gebouwen vergt kostbare constructies en is kostbaar in onderhoud;
  • meer natuurlijk groen, minder plantsoengroen. Meer
    biodiversiteit is effectiever voor herstel en goedkoper
    in onderhoud. Zie de groenstroken langs de wegen;
  • waterafvoer van gebouwen benutten voor bewatering.